verontwaardiging van de hand en wijten de geringe resultaten aan
de reeds opgesomde omstandigheden volgens hen zou een succes
vol optreden alleen mogelijk zijn geweest indien men de beschik
king had gehad over 1 brig.cav., 2 inf. brign. van 2 a 3 batn. en
eenige bg.art. Hoewel het uiteraard moeilijk is, een oordeel te
vellen over de juistheid van de wederzijdsche argumenten, willen
wij niet nalaten te wijzen op het ook door laatstbedoelde schrijvers
als juist erkende feit, dat de 600 man Waziri Scouts, die tijdelijk
in de omgeving van Pesjawar werden ingezet, veel meer succes
behaalden dan de geregelde troepen zij kenden de taal van de
partijgangers (dezelfde als die van de bewoners) en hun strijd
wijze en pasten, optredende in kleine, zeer mobiele verbanden,
hun optreden daaraan aan. Toch valt hierbij weder op te merken,
dat de successen van de Scouts belangrijk minder waren, toen
zij in Augustus ten tweeden male moesten worden ingezet. In
genoemde maand pleegden de Afridis, nadat het verzet eind Juli
gebroken scheen, een nieuwen invalde brutaliteit van de 5000
man sterke bende was zoo groot, dat zij op klaarlichten dag aan
vallen uitvoerde op de onder militaire bewaking staande maga
zijnen nabij Nausjiera en het vliegveld in de omgeving van
Pesjawar, welke aanvallen dank zij tijdig ingrijpen van pantser
auto's konden worden afgeslagen.
Tijdens de beschreven gebeurtenissen bleef het in het gebied
van de Swat, Pangkora en Tsjitral volkomen rustig de overige
grensbevolking bepaalde er zich voorloopig toe, in gespannen
afwachting toe te zien, met uitzondering van de Wazirs, die
onverwijld tot daden overgingen1). Er was dus voor de Engel-
schen veel aan gelegen om, na herstel van de rust aan deze zijde
van de administratieve grens, den Afridis snel een flinke straf
toe te dienen. Wel trachtten dezen hun lot te ontgaan door het
houden van besprekingen te Djamroed tusschen de dorps- en
stamhoofden en den „political officer", doch men geraakte daarbij
niet tot een bevredigend resultaat. Het was een herhaling van het
reeds ettelijke malen aan de grens gebleken verschijnsel, dat de
ouderen, die zich de gevolgen herinneren van vroegere tuchti
gingen, geneigd zijn het hoofd in den schoot te leggen, terwijl de
jongeren, die de Britsche macht nog nimmer aan den lijve onder
vonden, zich als onverzoenlijk doen kennen. Opgestookt door de
Khilafatisten stelden zij in het onderwerpelijke geval bovendien
den onvervulbaren eisch, dat de Khaiberpas door de geregelde
679
Betreffende de in Waziristan gevoerde actie wordt in de beschikbare
bronnen alleen vermeld, dat de bevolking zware verliezen leed door mitrail-
leurvuur en daarop snel tot onderwerping kwam. De mededeelingen omtrent
de gebeurtenissen in 1930/1931 zijn uiterst summier een verklaring hiervan
is te vinden in de inleiding van het artikel „Operations on the Khajuri and
Akakhel plains 1930-1931" (J.U.S.I.I. 1931), waarin de schrijver opmerkt,
dat „the political situation demanded there should be no undue publicity".