niet bij machte te zijn geweest, hem te verdrijven. Nadat de bende aanvangende in April 1936 enkele min of meer succesvolle aanslagen had uitgevoerd, riepen de Tori Khels de hulp in van de Engelschen, die besloten na het warme seizoen den gevraagden steun te verleenen, waartoe in November troepen werden gezon den, welke echter geenszins een strafexpeditie doch slechts een demonstratie moesten uitvoeren. Op 25 November vertrokken twee colonnes, de eene uit Dam- dil, de andere uit Mir Alizij zouden elkaar in Bisje Kasjkai ontmoeten. De Damdilcolonne was sterk 1 brigade infanterie1), 1 afdeeling bergartillerie, een groep pioniers, een afdeeling van het Signal Corps en een geneeskundige formatie. Zij nam haar weg door de nauwe vallei, welke wordt beheerscht door met laag struik gewas bedekte heuvels waarin zich talrijke schuilplaatsen en holen bevinden. Spoedig werd op weerstand gestoten, doch dank zij de aanwezigheid van artillerie en den steun van de Royal Air Force, welker vliegtuigen de enkele duizenden sterke benden met bommen bestookten, werd Bisje Kasjkai bereikt, waar des nachts werd verbleven. De veel zwakkere Mir Ali colonne, welke slechts 2 bataljons infanterie telde 2)legde zonder stoornis een twaalftal km af, doch stuitte toen plotseling op zoodanigen weerstand, dat zij zich slechts met moeite kon handhaven en gedwongen was, den nacht onder 's vijands vuur in het open veld door te brengen. Den volgenden dag trok de Damdilcolonne de afdeeling uit Mir Ali tegemoet en ontzette deze, waarna niet werd doorgemarcheerd, doch de vereenigde troepen teruggekeerden naar Bisje Kasjkai, waar zij den nacht doorbrachten; den 27sten November gingen de colonnes door naar Mir Ali. In totaal bedroegen de verliezen 20 dooden en 88 gewonden (waaronder resp. 2 en 4 684 x) Een brigade infanterie telt normaal 4 bataljons a 1 mitr.- en 3 inf.cien. een afdeeling artillerie omvat 4 batterijen. -) Reeds tijdens den strijd in de jaren 1919-1921 en 1922-1923 was de noodzaak van indeeling van artillerie gebleken. Wij vestigen er nogmaals de aandacht op, dat slechts een demonstratie werd beoogd en geen straf expeditie. Door de afwezigheid van artillerie bij de Mir Ali colonne ligt de conclusie voor de hand, dat er in het geheel niet op werd gerekend, dat wellicht gevochten zou moeten worden. Voorts valt de totale afwezigheid aan cavalerie op. Reeds tijdens de krijgsverrichtingen in de Tankzamvallei in 1923 was dit het geval, hoewel bij vroegere expedities meermalen was gebleken, welk een groot succes zelfs in dit bergterrein met den inzet van enkele eskadrons (mits op het juiste moment) was te bereiken. Blijkbaar hebben de Engelschen de taak van de cavalerie geheel willen doen over nemen door den vliegdienst. Het verloop van de vorengenoemde krijgs verrichtingen heeft aangetoond, dat zulks echter niet in alle gevallen mogelijk is.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 32