Mede aan de hand van vorenstaande schets stelt de vuurleider
vast, dat de t.o.v. de horizontale glasplaatlijn opgemeten sph. per
1000
Per 16 °/oo R- (L.) waargenomen, met 1 °/0o verminderd
(vermeerderd) moet worden, om de sph. te verkrijgen, die zou
zijn opgemeten, indien de glasplaatlijn gedraaid ware geweest.
20
In dit geval dus een vermindering van ~°/oo 114 °/oo-
16
Indien met het waarnemingsvlak I was waargenomen, zou de
20
waarneming dientengevolge jyy zijn geweest.
b: sin. a 388
t- F 213
Aan de hand van bovenstaande schets, die het onderlinge beloop
in het rooivlak weergeeft van de richtlijn en het waarnemingsvlak I,
stelt de vuurleider overeenkomstig het V.S. Art. I pt. 81 ad le
het volgende vast
Vermeerdering (vermindering) der gemeten (hier herleidesph.
met 1 °/oo per 1,8 °/00 R (L)
Op grond hiervan bepaalt hij uit de opgemeten sph. eene wer-
3 2
kelijke sph. van 15 11) °/oo X 2 °/oo-
Oplossing III.
Bedenkende, dat de langshellingen van het waarnemingsvlak
bij niet gedraaide glasplaatlijn en die van het waarnemingsvlak I
resp. (tcos. a en (t zijn, kan de vuurleider in ana
logie met het bovengenoemde punt 81 een dergelijke als de aldaar
sin. a
gegeven betrekking, nml.: toepassen.
tp cos. a
Hij zal dan vinden
388
1 °/oo vermeerderen per 2 %o R, zoodat een werkelijke
69 7
—18 1)
1 OO
0 Met het oog op de onderlinge vergelijking der uitkomsten niet af
gerond op 2.