t/3 cos. a.
Om het overzicht niet te schaden, is deze herleiding in eene
afzonderlijke bijlage I opgenomen. Uit deze bijlage blijkt de
waarde van de kennis van de in het schietvoorschrift opgenomen
waarnemingsvlakken voor de waarneming bij niet gewentelde
glasplaatlijn, zooals dit overigens in punt 85, uiteraard beknopt,
is samengevat.
Toelichting op figuur 2.
Aangezien het vlak Ri de richtlijnen opneemt van de banen
met een constanten terreinhoek t voor het inschietpunt I, stelt Ri
tevens de meetkundige plaats voor van de eindpunten van die
banen en dus ook van de sptn. met een werkelijke sph. O.
Een beschouwing van het onderlinge beloop van het waarne-
mingsvlak en het vlak Ri doet zien, dat een wijziging van den
afstand en (of) de zijdelingsche richting in het algemeen een
schijnbare verandering van de springhoogte zal veroorzaken. Met
het maken van lengte- en breedtesprongen, dus gedurende het
inschieten zal men, al naar gelang de langs- en de dwarshelling
grootere of kleinere waarden bezitten, een meer of minder onre
gelmatig branden van de buizen constateeren. Het is mogelijk,
om het verschilzicht uit te rekenen, wanneer de foutieve lengte
en de zijdelingsche ligging van het spt. bekend zijn. Aangezien,
zooals vroeger reeds opgemerkt, hieromtrent tijdens het inschieten
als regel niets met zekerheid bekend is, zal de vuurleider gedu
rende deze periode uit eigen opmeting geen nauwkeurige gegevens
betreffende de ware sph. kunnen verkrijgen.
Indien de waarden van t en ft daartoe aanleiding geven, zal
een vuurleider zich geen vergeefsche moeite moeten geven, om
gedurende het inschieten de ware sph. te bepalen. Alsdan moet
in de allereerste plaats de bedoeling voorzitten, het gemiddelde
spt. op een voor de waarneming gunstige plaats te krijgen daarbij
kan de waarde van de werkelijke sph. voorloopig buiten beschou
wing blijven, mits na afloop van het grensschieten de daarmede
verzamelde gegevens, in onderlinge samenwerking met den OC., op
een eventuëele terreinhoekfout met daaruit voortvloeiende th.-,
tempeering- en afstandcorrecties worden onderzocht. In het kort
samengevat zal het vuur als volgt kunnen worden ingekleed
7 e. de OC. meet de ware sph. op tegelijk met het opmeten der
tusschenruimten.
2e. met deze gegevens een Tempeeringcorrectie om een sph. van
0 te verkrijgen.
3e. gedurende het inschieten de tempeering laten voor wat zij is.
699