Het tweede lid uitdrukkende in duizendsten
1000 (t 6 cos. a
V.S. Art. I pt. 85 toepassende
1000 i sin. a
Per d.i. per" van het bedrag der zijdeling
en t p cos. a J a
sche waarneming, met 1 °/0o wijzigen.
Bij eene zijdelingsche waarneming van bijv. Z °/0o, dient de
opgemeten sph. van een verschilzicht ten bedrage van Z
sin. a Z(t/ff cos. a)n
~7 o °/oo d.i. °/0o te worden ontdaan,
t— p cos, a sin. a
Dit verschilzicht wordt ook gevonden als product van de factoren
Z, Ca en (t— p cos. a). Immers de afstandfout bedraagt Z X
sin. a
W
meter en veroorzaakt een verschilzicht van Z XX
sin. a
Z(tP cos. a)
(tp cos. a) meter, of wel °/oo
sin. a
Samenvatting.
I. Bij waarneming van terzijde met horizontale glasplaatlijn
zal men, zoodra als gevolg van een hoogteverschil tusschen den
vuurleidingspost, de batterij en het inschietpunt, de betrekking-
(en) (tp cos. a), èn (öf) P sin. a. een belangrijke waarde
aanneemt (aannemen), met het optreden van een verschilzicht
bij de sph.-meting rekening moeten houden. Deze betrekkingen
zijn resp. de langshelling ten opzichte van de richtlijn en de
dwarshelling van het hiervoor bedoelde waamemingsvlak.
II. Zij zullen in het algemeen een verschilzicht veroorzaken in
combinatie resp. met een foutieve lengte- en zijdelingsche ligging
t.o.v. het inschietpunt.
III. Een vuurleider zal de lagen, benoodigd voor het concen-
treeren van de richtlijnen, mede benutten voor het doen opmeten
van de werkelijke sph. door den ondercommandant.
IV. Uit het verschilWaarnemingg^ X W/S WaarnemingQ^
zal eene eventueele terreinhoekfout naar zin en grootte kunnen
worden vastgesteld.
V. Voor wat het tijdstip betreft, waarop men deze onderlinge
vergelijking zal kunnen uitvoeren, gelden overeenkomstige als bij
waarneming rechtuit gegeven beschouwingen, nu met betrekking
tot de waarden van (t /ff cos. a), en P sin a.
703
'9-