Zoodra de vuurleider zekerheid omtrent de juistheid van de zijdelingsche richting heeft, zal, indien de omstandigheden zulks noodzakelijk maken, uit de schijnbare zijdelingsche ligging, de werkelijke uit de opgemeten sph. kunnen worden vastgesteld en dan op een der navolgende wijzen a. Eene herleiding overeenkomstig V.S. Art. I pt. 85 m.b.v. cpnc.q. vermenigvuldiging met W/S. b. Eene overeenkomstige herleiding, doch met behulp van <pu gevolgd door een tweede herleiding overeenkomstig V.S. Art. I pt. 81 op het met de eerste herleiding verkregen resultaat. c. Eene berekening van de foutieve lengteligging, als product van de schijnbare zijdelingsche ligging en de coëfficiënt Ca, waarmede, na vermenigvuldig ing met de langshelling (t— ft cos. a en na deeling door S het verschilzicht in duizendsten is bepaald. d. Eene herleiding in den geest van het gestelde in V.S. Art. I pt. 81, doch met behulp van de bij het waarnemingsvlak met niet gedraaide glasplaatlijn behoorende overeenkomstige betrekking s'n' Hierbij zij er op gewezen, dat, hoewel in de tp. cos. a becijfering verschillende, de afleidingen in wezen hetzelfde zijn. VI. Uit het vorenstaande moge gebleken zijn, dat de practische waarde van de in het schietvoorschrift gegeven formules niet zoozeer gelegen is in de daadwerkelijke toepassing ervan, in den vorm van schietcoëfficienten voor een bij elk waarnemingsvlak te ontwikkelen inschietsysteem, doch dat zij in de eerste plaats beteekenis bezitten als middel, om op concrete wijze een indruk te vormen, van hetgeen een waarnemer in bergterrein verwachten kan, zoomede om hem een overzicht te verschaffen van de midde len ter oplossing, die hem alsdan ten dienste staan. Waar een voorschrift hier uiteraard slechts richtlijnen kan geven, bestaat gezien de omstandigheid, dat het doorgaans mogelijk zal zijn de waarneming met behulp van de niet gedraaide glas plaatlijn uit te voeren o.i. gevaar, dat men de in het V.S. Art. I omtrent de waarnemingsvlakken neergelegde beginselen voor de practijk niet naar waarde zal weten te schatten, en deze zelfs overbodig acht. Het reeds meermalen aangehaalde punt 87 vormt o.i. niettegenstaande de cursiveering door de samenstellers in dit opzicht een onvoldoende garantie. Slot 704

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 52