een infectie is van veel belang de z.g. phagocytose. Hierbij worden de bacteriën, nadat ze eerst door bepaalde stoffen (o.a. het z.g. opsonine) daartoe zijn voorbereid, door witte bloedcellen (de z.g. phagocyten) als het ware opgegeten en vernietigd. Zoo gauw het lichaam dus door een bacterie wordt aangevallen, gaat het diverse antistoffen en antitoxinen produceeren om het ziekteverwekkende agens onschadelijk te maken. Deze antistoffen (antitoxinen) zijn specifiekd.w.z. werken uit sluitend tegen die bacterie (toxine), waartegen ze zijn gevormd. Naarmate de aanval heftiger is, zullen er meer antilichamen worden geproduceerd, althans zoolang het lichaam daartoe in staat is. Blijkt zulks op den duur niet het geval, 'dan zal de bacterie overwinnen en de ziekte voortgang vinden. Worden daarentegen voldoende antilichamen geproduceerd, dan zal het ingedrongen ziekte-agens worden overwonnen en het lichaam zal zijn staat van gezondheid terugkrijgen. In dit laatste geval nu is het lichaam dus weer gezond, maar anders gezond dan vóór het binnendringen van de bacterie. Het herbergt door het door maken van de ziekte een overvloed aan antilichamen tegen die bepaalde bacterie, terwijl de lichaamscellen, die tot de vorming daarvan zijn aangezet, voorloopig met de productie daarvan voortgaan. Het gevolg is duidelijk wanneer korten tijd na de genezing dezelfde bacterie weer zou binnendringen, krijgt zij geen schijn van kans om haar schadelijke werking te gaan ontplooien, aan gezien zij oogenblikkelijk door een leger van antistoffen wordt aangevallen. Het lichaam is z.g. geïmmuniseerd tegen die ziekte. Deze immuniteit, die na het overwinnen van een spontaan door gemaakte infectieziekte optreedt, is bij de verschillende ziekten van verschillenden duur, vaak bestaat zij voor geruimen tijd, soms zelfs voor het geheele leven. Van deze feiten wordt nu gebruik gemaakt bij de bestrijding en behandeling van verschillende infectieziekten in den vorm der z.g. actieve en passieve immunisatie. Onder actieve immunisatie verstaan we het, d.m.v. het kunst matig inbrengen van door bepaalde methoden gedoode (c.q. ver zwakte) bacteriën, opwekken bij mensch of dier van een bepaalde infectieziekte, echter nu slechts in zeer lichten graad, zóódanig licht zelfs dat ieder lichaam dezen aanval gemakkelijk kan over winnen. Het resultaat van deze kunstmatig opgewekte ziekte in zeer lichten graad zal evenals bij de zoojuist besproken spontaan doorgemaakte ziekte uiteraard zijn, dat het lichaam tot een belangrijke productie van antilichamen wordt aangezet en dus tegen die bepaalde bacterie immuun is gemaakt Deze immuniteit, hoewel niet van zoo langen duur als na een spontaan doorge maakte infectieziekte, is toch van vrij langen duur, immers de 710

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 62