waarschijnlijk dus niet tot besmetting op eenigszins groote schaal
van weilanden durven overgaan.
Ziekten van dieren als hondsdolheid en ook psittacosis (pape
gaaien-ziekte), beide zeer besmettelijk voor den mensch met
ernstige gevolgen, zijn te algemeen bekend, dan dat wij er veel
over zouden behoeven te zeggen. Dat dergelijke ziekten uitge
broken in het achterland den moreelen weerstand van de bevol
king ernstig kunnen schaden, behoeft geen betoog.
Kunstmatige verspreiding van deze ziekten in bepaalde streken,
bijv. door meegebrachte geinfecteerde dieren, zal mogelijk zijn.
Bij een dreigend conflict of tijdens een oorlog zal dus ook in deze
opzichten de uiterste waakzaamheid van de verschillende verant
woordelijke instanties worden vereischt.
Tenslotte nog een enkel woord over de tularaemie. Dit is een
ziekte voorkomend onder in het wild levende knaagdieren en
veroorzaakt door een uiterst kleine bacterie, de bact. tularense.
De ziekte kan op den mensch overgaan, meestal d.m.v. geinfecteer
de steekvliegen (Chrysops discalis). Voor den mensch is het een
ernstige ziekte, welke in ongeveer 4 van de gevallen doodelijk
afloopt. Zij komt in verschillende streken van Europa, Amerika
en Azië voor en heeft in verband met een bacteriologischen oorlog
de ernstige belangstelling van vele deskundigen. In Duitschland
bijv. waar de tularaemie niet voorkomt, wordt naar Vélu in zijn
„La Guerre microbienne est-elle réalisable vermeldt, ernstig
gewerkt aan de bestudeering van deze bacterie.
We komen thans tot de vraag Hoe moet het verweer tegen een
eventueelen bacteriologischen oorlog worden georganiseerd
1. Alle daarvoor in aanmerking komende medische en vete
rinaire instanties moeten zich in die richting voorbereiden door
a. Intensieve studie van alle in aanmerking komende ziekten
en organisatie harer bestrijding, o.a. door het zooveel mogelijk
gereed hebben van vaccins en sera. Zoo noodig zullen nieuwe
onderzoekingsinstituten moeten worden opgericht.
b. Bij dreigenden oorlog zoo ruim mogelijke immunisatie van
leger en zoo mogelijk ook achterland tegen de belangrijkste
ziekten.
2. Eene intensieve bestudeering van exotische ziekten bij een
dreigenden oorlog door medici en veterinairen, zal noodzakelijk
zijn.
3. Tenslotte vormt een belangrijk punt onder de afweermaat-
regelen, de opvoeding van de massa.
Oefeningen zooals bij den gasoorlog in gebruik, komen hier
natuurlijk niet ter sprake. Hier zal dan ook uitsluitend moeten
worden gewerkt d.m.v. een ernstige en doelmatige voorlichting
719