726
7. UIT DE VAKTIJDSCHRIFTEN.
Tactiek.
Het schieten uit vewn.
Daar het schieten uit vewn. zeer moeilijk is, moet veel aandacht aan de
opleiding der schutters worden besteed. In D.Wehr. April 1937 nr. 10 treffen we
enkele beginselen aan, welke gelden in Tsjechoslowakije, waaraan de Duit-
schers, i.v.m. de langdurige ervaring op dit gebied in de betrokken weer
macht, veel aandacht schenken.
1. De goed gedekte verdedigende inf., zelf kleine doelen biedende, kan
tegen vewn. werkdadig vuur afgeven tot op afstanden van 800 a 1000 m
door verbetering van het geschut zal deze afstand nog worden vergroot.
2. Wil de vew. een kans hebben, dan moet hij eveneens op dezen afstand
in staat zijn werkzaam vuur tegen kleine doelen af te geven.
3. De practijk heeft geleerd, dat uit rijdende vewn. tegen staande en
knielende schijven slechts tot op afstanden van 2 a 300 m voldoende uit
werking kan worden verkregen. (Het Fr. voorschrift geeft aan Het schieten
uit een rijdenden vew. heeft geringe uitwerking het dient slechts om den
vij. neer te drukken en vereischt veel munitie. Haastig afgegeven vuur
tegen weinig zichtbare doelen is niet nauwkeurig en een stilstaande vew.
biedt een te groot doel, waardoor veel kans bestaat, dat hij bij het eerste
vij. schot buiten gevecht wordt gesteld. Daarom wordt het vuur eerst op
een afstand van 400 m geopend).
4. Het is niet te aanvaarden, dat de vew. over een dergelijken grooten
afstand weerloos is. Men zal moeten gaan in de richting van een vew.
met geschut van grooter kaliber dit is echter een kostbare oplossing. [De
redactie teekent hierbij aan „Fr. heeft bij zijn lichte gemech. div. „Geschutz-
kampfwagen" (auto-canons de cavalerie) ingevoerd. Zij zijn met een 75
mm kanon bewapend en sterk gepantserd. Zij begeleiden de pantser-brigade
bij den aanval en komen in werking, wanneer de art. den aanval niet
meer kan steunen. De Fr. hebben hooge verwachtingen van dit soort vewn.
een nadeel is de geringe munitievoorraad]
5. In elk geval is het noodig, dat de vewn. tot op afstanden van 1000
tot 1200 m werkzaam vuur kunnen afgeven.
6. De schietopleiding mag niet in gedrang komen, doordat hoofdzakelijk
aandacht aan motor-kennis en terreinrijden wordt besteed.
7. De schietopleiding met het geweer vormt den grondslag der verdere
opleiding, doch elke man moet daarna leeren schieten zoowel met den
mitr. als met het geschut.
Daarna volgen technische gegevens betreffende de schietopleiding, waarbij
zeer sterk tot uiting komt, dat het einddoel moet zijn het vuren met kanon
en mitr. uit den rijdenden vew.
Pantserafweer tijdens den marsch.
Ie Luit. Von Sannow geeft in D.W. 1937 Hejt 18 een voorbeeld van de
wijze, waarop een div. haar flank tegen pantseraanvallen beveiligt.
Voor front en flank beschikt de D.div. over 1 cie. pantserafweergeschut
(pag.) per reg.inf., 1 afd. pag. (gemotoriseerd) en 1 bat. pi., waarvan alleen
de gemotoriseerde cie. voor dit doel bruikbaar is.