738 ringsmarsch. Het vocrwaartsgaan is voor de art. zelfs minder gewaagd, daar de inf. zich tijdens het verkrijgen van de gevechtsaanraking vaak met haar eigen zware wapens zal kunnen helpen. Echter niet te allen tijde, omdat deze wapens niet immer gereed staan, hetgeen met de art. wel het geval is, terwijl deze dank zij de ra.tf., tot onmiddellijk ingrijpen in staat is. Dit vb. middel maakt het voorts mogelijk, tijdens de onderwerpelijke gevechtshandeling evenals bij den naderingsmarsch, decentralisatie toe te passen, hetgeen men vroeger niet mogelijk achtte gaat de inf van de div. voor het snel verkrijgen van succes met 3 regn., elk met een wisselend aantal bat. in voorste lijn, naast elkaar voorwaarts, dan is er geen bezwaar tegen, elk reg. door een afd. vd. te doen steunen. Het verschil in optreden van de art. is daarin gelegen en hier komt S. o.i. wel een weinig in tegen spraak met zijn boven weergegeven meening betreffende het gevaar van de verplaatsingendat zij tijdens den naderingsmarsch met afd.echelons vocrwaarts gaat, terwijl zij zich tijdens het verkrijgen van de gevechtsaan raking verplaatst met echelons van bijn. Ervaringen. Het artikel Die Verwendung der Artillerie einer Angriffsdivision in der Durchbruchschlacht bei Arinetntières 1916 (W.u.W. Feb., gnl. Wagner) geeft een duidelijk beeld van de geweldige hoeveelheden geschut en munitie, welke tijdens den stellingoorlog noodig waren voor het bevechten van een betrekkelijk gering succes, alsmede van de wijze, waarop de art.machten werden gehanteerd. Het artikel wordt ter leering aanbevolen aan hen, die de toepassing ten onzent wenschen van de op dergelijke ervaringen in Europa opgebouwde systemen, zonder voldoende rekening te houden met de gansch andere omstandigheden. Gnl. Bollati geeft in R.M.G. Feb. Considerations sur la campagne italo- éthiopienne, waaruit m.b.t. de art. blijkt, dat op het Z. front eenige paar- denbijn. werden gebruikt doch in het N. alleen art. op of achter auto's en muilezelbijn. De vuurmonden een staalkaart: 70, 75, 77 en 105 mm vlak- baan, 100 en 149 mm hw. verschoten meermalen gk.O tegen op geschut en mitrs. aanvallende Abessijnen, doch overigens slechts gn. De vuren bestonden hoofdzakelijk uit, „tirs d'appui", „de protection (d'arrèt)" en „d'interdiction" alleen bij den strijd om den Amba Aradam werden werkelijke vernietigings- en begeleidende vuren afgegeven. Tijdens de eerste phase van den oorlog beschikte men niet over bruikbare kaarten, waardoor in het doorsneden terrein in het N. noch de luchtwg., noch de vuurma- noeuvre tot haar recht kon komen. Toen later voldoende luchtfoto s beschikbaar kwamen, werden met name tijdens den 2en slag bij Tembien, belangrijke Vuurconcentraties afgegeven. In het vlakke terrein in Ogaden kon luchtwg. niet worden gebezigd door de begroeiing van het terrein (struik gewas). De luchtstrijdkrachten beperkten zich hoofdzakelijk tot vervanging, aanvulling of verlenging van de werkzaamheden van de art. Als merkwaar digheid zij nog vermeld, dat de cp hooge punten opgestelde ld.art. zich vaak op grootere hoogte bevond dan de laagvlieger.de vlgn. en dan tot werkeloosheid was gedoemd. Kustartillerie. Zwaar kustgeschut heeft volgens Mj. Bundy in Seacoast fortifications of the future. (C.A.J. Mrt.-Apr.) weinig te vreezen van scheepsart. des te meer echter van neutraliseerende en vernielende werking van vlg.bommen. Hierbij is het in het nadeel tegenover middelbaar- en licht kustgeschut, dat den bommenwerper zeer klein doelen biedt, terwijl het buiten gevechtstellen daarvan voorts niet zoo belangrijk is daar het door dracht en vermogen tcch niet in staat is, een vloot buiten haar geschutbereik te bestrijden. S. acht het daarom niet juist, dat volgens de Am. voorschriften de zw. vuur-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 90