kon zijn van den marsch van den vorigen dag. Niettemin bereik
ten alle korpsen zij het met vele uitvallers de hun bevolen
doelen. Wij willen hier ter illustratie nog een kort citaat geven
uit Hohenlohe (a.v. blz. 121 e.v.)
„Bij ontbreken van bevelen van het legercommando, had het
korpscommando, wetende dat vele troepen eerst na middernacht tot
rust waren gekomen, voor den 27en bevolen, dat de troepen eerst
in hunne bivaks zouden afkoken en eten en van 11.00 af gereed
zouden zijn voor den afmarsch. In den vroegen morgen van dezen
dag kwamen echter bevelen binnen, welke een veel eerderen afmarsch
eischten. Wij waren daarover destijds diep in de put, omdat de arme
kerels, die voor een deel pas om 3.00 tot rust waren gekomen,
reeds om uiterlijk 8.00 weder moesten afmarcheeren. Zooals ik de
zaken nu kan overzien, was dat evenwel dringend noodig, wilde het
mogelijk zijn om op den 28en Augustus de zeven korpsen in de lijn
DamvillersMangiennes samen te trekken want daartoe moest het
IVe A.K. voorwaarts gaan over het gebied, dat het Garde A.K. innam,
en daarna moesten de beide Beiersche A.K. daar nog binnenrukken.
Ondanks alles hebben deze laatste hun bivaks bij Dombasle en
Nixéville toch eerst tegen middernacht kunnen betrekken. Ik heb
mij toen voorgenomen om nooit weer ontevreden te zijn over een
order van hoogerhand in den oorlog, alvorens ik later alle beslissende
redenen daarvoor had leeren kennen. Dat de bevelen van hoogerhand
uitgevoerd moesten worden, daaromtrent bestond ook toenmaals geen
twijfel, noch bij mij, noch bij iemand anders in het gansche Garde
A.K. Maar menigeen geloofde toch innerlijk wel en ik kan mijzelf
daarvan niet vrijpleiten dat een dergelijke haast niet noodig was
en men den troep best een paar uren meer rust had kunnen gunnen.
Deze onuitgesproken gedachte is reeds onrechtvaardig. In den oorlog
is het eender hoe men voor het vaderland sterft, zij het door den
kogel dan wel door de oververmoeienis, als het er om gaatwat
valt, dat valt, voorwaarts
Dat gold voor ons korps, maar wij ondergeschikten wisten dat
niet, en konden het ook niet weten. Voor bewijzen en overtuigen
was evenwel geen tijd
De marschregeling voor de treinen en munitiecolonnes was
ditmaal zeer moeilijk. Hun marschweg kruiste namelijk in Ippécourt
den weg FleuryNixéville, welke het IVe A.K. moest volgen.
Alles kwam er dus op aan, dat de treinen dit kruispunt waren
voorbijgedraafd, eer het IVe A.K. daar aankwam, wilden wij niet
de kans loopen door dit korps van onze treinen te worden afgesneden.
Tijd tot overleg met het IVe A.K. was er niet, want de bevelen
kwamen eerst in den vroegen morgen aan en de afstand tot het
IVe A.K. was 15 km. Uit deze bevelen kunt ge zien, hoe vele zaken
in beschouwing moeten worden genomen als men een eenvoudige
marschregeling moet ontwerpen, waarbij de omstandigheden iets van
het normale afwijken. Hier moest een flankmarsch worden uitgevoerd,
waarbij niets van den vijand was te vreezen. En toch, hoe moeilijk
was deze regeling, wilde men wanorde voorkomen Daarbij was de
grootste spoed geboden, vooral voor de verst verwijderde onderdeelen,
de treinen en munitiecolonnes. Dan moet de stafofficier zulk een
marschregeling kunnen schrijven of dicteeren, te midden van het
lawaai en de andere werkzaamheden van het bureau, dat in een
boerenhuis is ingericht, wellicht tienmalen gestoord door vragen en
mededeelingen, welke hij niet kan terugwijzen alvorens zich overtuigd
te hebben, dat daar geen haast bij is. Begaat de staf dan ook maar