zoodat het gevecht nog goed afliep, maar het feit blijft er niet minder afkeurenswaardig om. De zaak zat zóó Voor den 30en Aug. had Von Moltke het volgende bevolen „Alle heden ingekomen berichten stemmen daarin overeen, „dat 's vijands leger zich morgen voormiddag met de hoofd grachten zal bevinden tusschen Beaumont en Le Chesne, „eventueel Zuid van deze lijn." „Zijne Majesteit beveelt den vijand aan te vallen. „Rechts rukt het IVe Leger om 10.00 over de lijn Beauclair Fossé in de richting van Beaumont op. enz. enz." Ingevolge dit bevel had de Kroonprins von Sachsen bepaald, dat de beide rechtervleugelkorpsen (XII en IV), die een ondoor zichtig en slecht begaanbaar boschgebied (Forêt de Dieulet en forêt de Belval) moesten doorschrijden, in vier evenwijdige colon nes zouden marcheeren, alle volkomen van elkander geïsoleerd. Derhalve schreef hij pertinent voor, dat alle colonnes aan den N. boschrand moesten halt houden, en dat geen der colonnes tot den aanval mocht overgaan, alvorens zich overtuigd te hebben, dat de dichtstbij zijnde nevencolonne gereed was om te steunen. Dat was duidelijk en juist Toen tegen 12.00 de 8 div.-IV A.K. uit het bosch kwam ten Z. van Beaumont, zag zij de legerplaats van het Fransche 5 C.A. in de zaligste rust op 600 m afstand liggen. De korpscommandant van het IVe A.K., generaal Von Alvensleben I, die bij de voorhoede van deze colonne marcheerde, meende nu, dat hij zich niet aan de letter der hevelen van zijn legercommandant behoefde te houden, en liet het artillerievuur openen. De Franschen gingen, na eenige wanorde, prompt tot den aanval over en brachten de Duitsche batterijen zware verliezen toe. Gelukkig greep nog tijdig de 7e divisie van het korps in. Enfin, 't geheel kwam ten slotte weer terecht, omdat aan Fransche zijde de leiding ontbrak de hooge staven logeerden namelijk op een enkele uitzondering na, naar de slechte gewoonte van dien tijd, in Beaumont in plaats van bij hun troepen te legeren. Maar dit neemt toch niet weg, dat waar Von Moltke een gere gelde aanval onder behoorlijke leiding wenschte van de naast elkaar in front opgemarcheerde korpsen, hier, door de onvol doende zelfbeheersching (ongehoorzaamheid initiatief van een ondergeschikten generaal, een zwaar gevecht heeft plaats gehad, met druppelsgewijzen inzet der troepen, onregelmatige gevechtsleiding, onnoodig zware verliezen en geringer eindresul taat dan mogelijk ware geweest. Het saldo bedroeg Franschen 7500 man verlies en 2000 gevan genen, Duitschers 3500 man verlies waarvan alleen het onge hoorzame IVe A.K. 3000 man 767

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 13