De opstand begon natuurlijk in de hoofdstad, op de boulevards, waar relletjes werden veroorzaakt door benden opruiers. Onder hen zou men den werkman, den middenstander en den burger tevergeefs zoekenslechts degenerees van allerlei slag, oude vunzerds, bleeke ziekelijke jongelingen en het onmisbare rapaille, vormden de stoottroepen, die voor de relletjes zorgden. „Paris n'avait jamais été plus joyeux", sprak Jules Favre. Maar dat is dan blijkbaar die'vreugde, waarvan Thiers schreef „cette brutale et fausse joie, que la multitude manifeste a l'avénement, a la naissance et a la chute de tous les princes". Het nieuwe gouvernement willen wij hier nogmaals aan de hand van Ambert's boek de revue laten passeerenhet is een leerzaam overzicht 771 „Bij deze plundering van alle publieke functies verliest Frankrijk „niet alleen de administratieve tradities, maar ook den eerbied voor „verkregen rechten en den eigendom. En wat nog meer te betreuren „valt is, wij allen wie ook nemen ongemerkt de gewoonte aan „den arbeid der ambtenaren te minachten, te vergeten dat hun „plichtsvervulling waardeering verdient, en weigeren den gezags dragers ons vertrouwen. Geen fatsoenlijk man in ons land zal na het „oproer van 4 September niet dergelijke overdenkingen hebben „gedaan. De revolutionnairen beseffen niet dat er beginselen zijn van „gezag en beleid, wezenlijke en duurzame beginselen, welke voor „alle bestuursorganen gelden. Deze revolutionnairen en hem afge vaardigden in de openbare ambten trappen met verwoede kracht „naar hen, wier plaatsen zij hebben ingenomenzij belasteren en „vertrappen hen. En daaruit ontstaan weer rancunes, ontevreden- deden, onverzettelijke antipathieën, onoverbrugbare tegenstellingen. „De haat van het verleden vormt de gansche politiek der revolu tionnairen een domme politiek, welke in plaats van de geesten te „vereenigen, en weg te nemen hetgeen verdeelt, de vijandigheid rekt „en opzwiept. De ware politiek diende te wezen appreciatie van „kundigheden, het miskennen noch bekladden van eenigen dienst, „het doen van een beroep op eergevoel en vaderlandsliefde, op erva ring en ernstigen arbeid. „Maar die politiek zou de ambtenaren weer op hun plaatsen brengen, „die Frankrijk gedurende twintig jaren hebben gediend. En dat vreezen „de mannen van 4 September en hun opvolgers het meest van al." „In deze groep van indringers merkte men vooral een jong advocaat „op, van Italiaansch ras, die door een enkel pleidooi naar voren was „getreden, maar die van de publieke zaak niets wist, en zelfs het „axioma niet kende dat men met brutaliteit alles kan ondernemen, „maar niet alles bereiken „Naast dezen jeugdigen jurist greep een ouder en uitgeslapener „collega naar de macht, als naar een zacht buitenkansje. In 1848 had „generaal Lamoricière dezen hollen drogredenaar vergeleken met een „slang, die in melk zwemt. Zijn elegante en ingetogen wijze van „spreken, zijn beheerscht voorkomen, en zijn wel bestudeerde houding „hadden hem een faam van deugdelijkheid bezorgd. Zijne vrienden „vergeleken hem gaarne met de antieke Romeinen uit het Forum „terwijl hij toch in werkelijkheid niet anders was dan een Griek uit „het oude Oostersch Romeinsche rijk. „Verder was er nog een oude Jood. Naast dezen armen man galmde „een schoolmeester, lid van de Internationale, met een huilerige stem

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 17