o.m. de gebeurtenissen van 191923 wel hebben aangetoond, dat
de troep daarentegen alles te leeren heeft van den bewoner der
grensgebergten. Ten slotte schijnt het argument ook daarom niet
steekhoudend te zijn, omdat meermalen moet zijn gebleken, dat
de gepensionneerden, wellicht slechts uit vrees voor het verlies
van hun pensioen, zich afzijdig hielden. Hoe het zij, een betrouw
baar element in den strijd tegen hun landgenooten zijn zij geens
zins en dit, alsmede het feit, dat men weinig heeft aan reservisten
van wier opkomst men practisch niet zeker is, zijn redenen
geweest, op grond waarvan de werving van de grensbewoners
is verminderd.
Hebben de Pathans op het gebied van gevechtsvoering weinig-
te leeren, geheel anders staat het met de leiding, welke vrijwel
geheel ontbreekt, niet alleen in het gevecht, doch in het algemeen.
Zoo wordt wel het door elk dorp, elke groep en eiken stam te
leveren aantal strijders in onderling overleg door de hoofden
bepaald, doch wanneer de door dezen aangewezen strijders hun
munitie hebben verschoten en door hun lijftocht heen zijn als
regel fungeert de echtg'enoote als „verplegingscolonne" dan
keeren zij huiswaarts om nieuwen voorraad op te halen of, indien
daartoe in hun oogen eenige reden bestaat zooals ontevredenheid
over het verloop van de gevechten dan wel de houding van de
achtergeblevenen, om niet meer ten strijde te trekken.
Ook in andere opzichten blijkt het gebrek aan leiding. Zoo
boet elke bende zelfs na een succesvol door haar volbracht feit
zeker 50 aan sterkte in door den afvoer van gewonden en
dooden, welke men zoo eenigszins mogelijk niet in handen van
de Engelschen laat vallen, terwijl vermeestering van voorraden
en de daarop ingezette plundering men denke aan het gebeurde
te Wana in 1919 leidt tot vrijwel volkomen oplossing van de
overwinnaars.
Voorts wijzen wij op de bij elke gelegenheid gebleken vrees
voor rug en flankeneen bedreiging daarvan leidde in de voor
gekomen gevallen immer tot een vlucht, terwijl het door de
Engelschen treffen van voldoende veiligheidsmaatregelen, dan wel
uitvoeren van door de verzetslieden niet verwachte bewegingen,
steeds ten gevolge had, dat deze hun reeds vastgestelde plannen
opgaven.
Ten slotte willen wij het gebeurde in Tsjitral in 1895 niet on
vermeld laten uit de tijdens de belegering van het fort in de
gelijknamige plaats uitgevoerde pogingen tot vermeestering daar
van door middel van brandstichting het voor de bezetting
benoodig'de water moest des nachts onder dekking van buiten
worden aangevoerd en, toen dit geen succes had, door den
aanleg van een mijngang moge afdoende blijken, dat men van de
tegenpartij elke handeling mag verwachten.
783