3. De Br.-lnd. troepen. Een enkele blik op bijlage I leert, dat de sterkten van de verschillende expedities zeer uiteenloopen en afwisselen van één tot over de dertig bataljons, telkenmale met een evenredige hoeveelheid hulpwapens. Nauwkeuriger bestudeering doet zien, dat de sterkten van de expeditionnaire colonnes in den loop dei- jaren zeer zijn toegenomen. Hetzelfde constateert men bij het nagaan van den omvang van de vliegende colonnes, welke voor 1 a 2 dagen werden uitgezonden ter tuchtiging van een nabij het garnizoen of den post gelegen dorp, de zoogenaamde burn and scuttle raids. Zoo is de in het slot van de op blz. 678 voor komende noot vermelde sterkte nog gering te noemen in verge lijking met die van de strafcolonnes, welke in 19301931 werden uitgezonden tijdens het optreden in de Khadjoeri- en Akakhel- vlakten hier werd, ten einde de vernieling van een enkel dorp te kunnen doen uitvoeren, een detachement uitgezonden bestaande uit 15 compagnieën infanterie, eenige mitrailleur pelotons, 1 es kadron cavalerie, 1 sectie pantserauto's en een bergbatterij, in totaal 1600 man, terwijl de schrijver, die deze operatie mee maakte, aangeeft, dat de sterkte aan artillerie feitelijk het dubbele had dienen te bedragen Zet men daarnaast de uit de eerste jaren van zijn aanwezigheid in Britsch-Indië (18521893) da- teerende opmerking van Lord Roberts ,,it is comparatively easy for a small body of well-trained soldiers, such as those of which the Army in India is composed, to act on the offensive against Asiatics however powerful they may be in point of numbers", dan rijst onwillekeurig de vraag, of niet meer succes zou zijn bereikt door de bevolking aanvankelijk door een betrekkelijk groote troepenmacht tot onderwerping te brengen en daarna de orde en rust te bewaren met kleine mobiele eenheden, welke hun optreden aanpassen aan dat van den vijand. Ten deele is zulks wel geschied, nml. in Beloetsjistan. Of het ook tusschen Kaboel- en Zhobrivier mogelijk zou zijn geweest, maakt een punt van strijd uit. Vele schrijvers beweren, dat een dergelijke handelwijze i.v.m. de aldaar heerschende, geheel van die in Beloetsjistan afwijkende sociale verhoudingen, uitgesloten is, waar tegenover staat dat personen, die lang onder de Afridi's en Wazirs hebben verkeerd, een tegenovergestelde meening zijn toegedaan. Volgens deze laatsten zouden de Engelschen zich zelf de later noodzakelijk geworden en steeds toegenomen krachts inspanning op den hals hebben gehaald door het van meet af heerschende verkeerde inzicht. De opmerking van Lord Roberts dient om verschillende redenen nog als uitgangspunt voor nadere beschouwingen. In de eerste plaats wijzen de woorden „on the offensive" er op, dat de latere legercommandant reeds omstreeks 1860 voorzag, dat een methode, waarbij men zich in posten en blokhuizen verschuilt, niet tot het 784

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 30