gewenschte succes kan voeren, gelijk niet alleen wij, doch ook de Franschen in Marokko, Madagascar en Indo-China hebben ondervonden zij is slechts doel en nimmer middel. Hoever men zou hebben kunnen gaan in het reduceeren van de troepensterkten om te komen tot de „small body" valt, nu de methode niet is toegepast, uiteraard moeilijk te zeggen1). Wel iswaar zijn de expedities immer gestooten op eenige duizenden koppen tellende benden, doch thans kan moeilijk worden uitge maakt, of deze omvang na de eerste onderwerping niet snel zou zijn verminderd. Men denke hierbij aan de benden, welke wij tijdens de pacificatie van Atjeh rusteloos achtervolgdendeze waren toch ook bij lange na niet zoo sterk als die, welke wij tegenover ons vonden onmiddellijk na het verlaten van de gecon centreerde linie. Een voorname factor in dit alles, waarop wij reeds enkele malen wezen, is, dat de Britsch-Indische, doch vooral de Britsche troepen, steeds een grooten nasleep hebben medegevoerd. Eensdeels is dit een gevolg van de hooge - vaak overdreven eischen, welke aan legering en verpleging werden gesteld hoewel hierin vooral in de laatste jaren een aanmerkelijke verbetering is ingetreden, hebben de Engelsche troepen in dit opzicht nimmer het punt bereikt van de onze. Wij hebben althans nergens iets gelezen van afdeelingen, welke uitrukten met officieel vier, doch in feite meer dagen vivres bij den man. Een tweede reden, welke men geenszins over het hoofd moet zien is gelegen in het Hindoe kastenstelsel, hetwelk het nu eenmaal onmogelijk maakt dat, om een voorbeeld te noemen, een man van een bepaalde kaste zelf zijn paard verzorgtzoo veel te minder mag men dit dus van een Eng'eischen soldaat verwachten. Door al deze oorzaken werden de troepen immer gevolgd door een grooten trein waarin honderd tallen niet in het minst aan discipline gewende en veelal verre van betrouwbare campfollowers marcheerden, wier bewaking zoowel te hunner veiligheid, als voor die van den troep weder tal van soldaten opeischte. Kwam daar nog bij, dat de troepen ten deele bestonden uit stam-, ras- of godsdienstgenooten van den vijand, dan was er alle reden voor het slaken van de verzuch ting, dat „the difficulty presents itself in all armies but is par ticularly great when the non combattants belong to an alien race similar to if not in sympathy with the enemy's fighting men". Intusschen is de onbetrouwbaarheid van de geregelde troepen slechts bij uitzondering geblekende houding van de uit de grensbewoners gerecruteerde hulpkorpsen was echter meermalen 785 1) Terloops zij hierbij aangeteekend, dat de groote sterkten van de colonnes in geenen deele indruk maakten op de Pathans voor de stammen vormden zij als regel een prikkel tot meer verzet. Toonde het feit, dat de Brit zulke groote troepenmachten meende noodig te hebben niet duidelijk aan, hoe zwak hij zich eigenlijk voelde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 31