hadden de lezers van het I.M.T. ook kunnen zien, dat Prof. Eigeman zijn critiek met juridische argumenten heeft gestaafd. Tot goed begrip van deze stof, welke in wezen eenvoudig is, en welke zeer zeker door iederen handhaver van de krijgstucht verdient te worden gelezen, volge hier het betoog van Prof. Eigeman contra de uitspraak van den wetgever, zooals deze is vertolkt door den ontwerper der wet. De door de schrijvers opgeworpen vraag a.: moeten in een militair wetboek van strafrecht bijzondere bepalingen opgenomen worden betreffende de verantwoordelijkheid voor een ter uitvoe ring van een ambtelijk bevel begaan strafbaar feit werd in de Militaire Commissie niet uitdrukkelijk besproken. Prof. Eigeman wijdt daaraan eene uitvoerige beschouwing en komt tot het resultaat, dat het aanbeveling verdient eene bepaling op te nemen, welke zou kunnen luiden als volgt„Wordt door de uitvoering van een dienstbevel een strafbaar feit begaan, dan is in den regel de bevelende meerdere daarvoor verantwoordelijkweet echter de mindere dat het feit, hetwelk ter uitvoering van het bevel gepleegd moet worden, een strafbaar feit is, dan is hij medever antwoordelijk". (m.a.w. gehoorzaamheid is in dit geval strafbaar). Vraag b.: hoe heeft de mindere te handelen ingeval van twee tegenstrijdige bevelen gaf der Militaire Commissie aanleiding eene bepaling voor te stellen, luidende„Niet strafbaar is de militair, die een uitdrukkelijk herhaald bevel van een bevoegden meerdere opvolgt, nadat hij dezen opmerkzaam heeft gemaakt op eene reeds op hem rustende verplichting, waarmede de opvol ging van het bevel in strijd is." De ontwerper van de wet achtte het voorstel niet alleen onnoo- dig, maar zelfs schadelijk. Onnoodig, omdat de wet in dit geval voorziet. Onder art. 40 1) van het wetboek van strafrecht„Niet strafbaar is hij, die een feit begaat, waartoe hij door overmacht is gedrongen" is de nood toestand begrepen. Die noodtoestand is voor den militair stellig aanwezig, wanneer hij twee bevelen ontvangt, welker beider gelijktijdige vervulling niet mogelijk is Schadelijk in tweeërlei opzicht le. omdat bij de regeling der niet-strafbaarheid ingeval van noodtoestand met betrekking tot de gehoorzaamheid, de rechter de gevolgtrekking zou kunnen maken, dat in andere gevallen van noodtoestand straf moet worden opgelegd 2e. omdat volgens het voorstel het later ontvangen bevel te allen tijde boven het eerste gesteld wordt. Ned.-Ind. W.v.S. art. 48. 792

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 38