zal wel nimmer afdoende kunnen zijn) bescherming van de treinen tegen luchtaanvallen zou worden verkregen. De door kapitein Sandberg gegeven gewijzigde indeeling van de sectie, in het bijzonder van de gevechtsgroepen (brigades), verdient zeer zeker eveneens overweging en gaarne onder schrijven wij de in eenigszins andere bewoordingen gestelde meening, dat het oordeel van den troepenofficier, die op dit ge bied bij uitstek bevoegd geacht moet worden, terzake van over wegend belang is. Indeeling van één antitankbuks per sectie komt voor onze omstandigheden (vide eerderbedoelde aannamen v.w.b. pantser- afweer) iets overdadig voor. Rekening houdende met de aan name, dat zelfs in een bataljonsvak de behoefte aan pantser- afweer zeer verschillend zal kunnen zijn, schijnt organieke con centratie in een hooger échelon dan de fuselier-sectie (bijv. fuselier-compagnie of mitr. pel., zooals in de door ons ontworpen organisatie) voorshands nog doelmatiger. De proeven met vecht- wagens zullen hierbij wel meer houvast geven. Na het schrijven van het artikel in I. M. T. Nr. 1 kregen wij een polemiek onder oogen in het „Militar Wochenblatt", welke ons -op grond van de meeningen der daarin aan het woord komende officieren met oorlogservaring er van overtuigde, dat indeeling van een vaste vk.gp. in de sectie niet doelmatig is de vaste verkenners zijn vrij spoedig na de eerste gevechten niet meer beschikbaar, doordat zij het meest aan verliezen bloot staanmen is dan gedwongen toch menschen aan de groepen te onttrekken, die dan echter niet voor verkenner zijn opgeleid. Het niet indeelen van een vaste verkennersgroep dient ten goede te komen aan de sterkte der brigades, opdat daaraan incidenteel verkenners kunnen worden onttrokken. Vredesindeeling, welke door kapitein Sandberg nog wordt aan gestipt, van de lichte mortier- en anti-tankbuksgroepen in de gevechtsgroepen schijnt doelmatig, mits zij daarin per sectie wapensgewijs worden bijeengehouden en niet worden versnipperd over de groepen. Het vraagstuk van de organisatie van de sectie kan aldus teruggebracht worden tot de vraag Op welke wijze dient de km.- munitie in de gevechtsgroep te worden verdeeld, met de voorop gezette bedoeling de km.-groep zoo klein mogelijk te houden, waarbij nochtans overbelasting van personeel (zoowel van km.- als k.groep) wordt vermeden Naar aanleiding van de door schrijver op blz. 595 met de noodig'e voorzichtigheid gestelde vraag, of 888 schoten bij den km. niet voldoende zouden zijn, diene nog, dat het restant de betrokken voertuigen een weinig zou overbe lasten naar onze meening verdient de door die vraag aangeduide oplossing derhalve geen aanbeveling. 803

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 49