aanvaardbaar achten wij die motoriseering voor de fuselier-com
pagnie, omdat zij speciale opdrachten zal krijgen uit te voeren,
waarbij beveiliging (op betrekkelijk grooten afstand en rekening
houdende met het wegenneteen groote rol zal spelen, voor de
zware mortieren alleen bij voldoende vrijheid van stellingkeuze
(o.m. door een dracht van 4 a 5 km) en bij motoriseering met
speciale voertuigen.
Verdere uitbreiding van het leger
Moet nu uit het voorafgaande de conclusie getrokken worden,
dat wij, in den ban van een soort idéé fixe, dat de legerformatie
niet meer veel grooter zal kunnen worden, zonder meer zouden
willen afzien van een vier-indeeling bij deze regimenten infan
terie IntegendeelDen aandachtigen lezer zal het niet zijn
ontgaan, dat ook wij die vier-indeeling prefereeren, nl. door
indeeling van vier bataljons per regiment, doordat wij in het
bataljon de vierde fuselier-compagnie moesten laten vervallen
(blz. 46/47). Daarop vervolgden wij Mocht dit onbereikbaar
worden geoordeeld, dan dient het regiment toch minstens te
beschikken over een fuselier-compagnie voor speciale opdrach-
Hieruit volgt, dat als ,,ideaal-organisatie" door ons gezien wordt
een regiment bestaande uitstaf, vier bataljons (in den geest
van dat aangegeven in de bijlage tegenover blz. 48) en de regi
mentsorganen vermeld op blz. 49, waarin dan de fuselier-compag
nie niet strikt noodzakelijk zou zijn. Kan dit niet verwezenlijkt
worden, dan is een naar onze meening nog aanvaardbare organi
satie een regiment bestaande uitstaf, drie bataljons en de
bedoelde regimentsorganen met inbegrip van de fuselier-com
pagnie.
Het zal na al het voorafgaande duidelijk zijn, dat onder
laatstbedoelde omstandigheden bij de door kapitein Sandberg
aangeduide bataljonsorganisatie (blz. 597) eveneens van meer
personeel vergende regimentsorganen (i.e. verbeterde pantser-
afweer en luchtverdediging alsmede indeeling van meer mortieren
en van zware mortieren, c.q. begeleidende artillerie) zal moeten
worden afgezien.
Dientengevolge zou in dat geval slechts de keus bestaan tusschen
eenerzij ds infanterie met veel mankracht, doch met onvoldoende
speciale wapens, en anderzijds infanterie met minder mankracht,
maar in de juiste verhoudingen voorzien van speciale wapens.
Zonder den minsten twijfel bepaalt zich dan onze keuze op
laatstbedoelde organisatie, waarvoor wij een mogelijke oplossing
in I.M.T. Nr. 1 aangaven.
De onbevredigde lezer zal zich, op dit punt gekomen, afvragen
Ziet schrijver dan geen mogelijkheid, de door hem geschetste
809