828 7. BOEKBESPREKING. A. Het nieuwe Duitsche (ontwerp) gevechtsvoorschrift voor de artillerie. „Taktische Forderungen lassen sich in keine Form pressen. Nicht langatmige „Befehle, sondern klare, der Lage angepaszte Anordnungen, zur richtigen „Zeit und an richtiger Stelle, sind Kennzeichen sicherer, fester Führung". Het vorenstaande is een aanhaling uit den brief, waarbij gnl. Von Fritsch het 5e deel van het A.V.A., Die Führung der Artillerie (Entwurf) in Januari j.l. het licht deed zien. Daar de vervanger van or.s G.V.Mob.Art. nog wel eenigen tijd op zich zal laten wachten, wil het ons nuttig voorkomen, de aandacht, cok van niet artilleristen, te vragen voor het D. voorschrift, temeer omdat het niet in het minst zweemt naar den stellingoorlog. Het eerste gedeelte geeft de Grondslagen voor het gebruik van de Artillerie. Allereerst worden taak, werking en gebruiksmogelijkheid behandeld pt. 1 luidt Aufga.be der Artillerie ist es, mit der Gewalt ihres Feuers recht- zeitig die Krafte des Feindes zu zerschlagen und hierdurch der eigenen Infanterie zum Siege zu verhelfen. Biegsamkeit, Reichweite und Schwenkbarkeit ihrer Flugbahr.en machen es der Artillerie möglich, sich allen taktischen Lagen schnell anzupassen die zerstörende Kraft und der seelische Eindruck der Geschosse geben ihrem Kampf das Geprage, Überraschungzeitliche und raumliche Zusammen- fassung scwie grosze Geschwindigkeit des Feuers steigern seine Wirkung. Zur vollen Entfaltung gelangt dieses Machtsmittel aber erst in der Hand des artilleristischen Führers, der, angefangen vom Geschützführer mit seiner Bedienung, durchdrungen ist von dem Willen, schnell und mit allen Mitteln, wie und wo es auch sei, die Feuerüberlegenheit über den Gegner zu erringen und zu behalten, um so seine Entschluszfahigkeit und Widerstandskraft zu brechen. Het volgende punt geeft aan, dat kennis van de gebruiksmogelijkheden van de art. gemeengoed behoort te zijn van alle wapens. Van het geschut is de veldvuurmond bestemd voor vuur op levende doelen hij eigent zich mede voor bestrijding van paun. en vewn., terwijl bij goede wg. tegen vij.art. voldoende uitwerking wordt verkregende lt.hw., welke dezelfde opdrachten heeft te vervullen, leent zich intusschen beter voor laatstgenoemde taak. Bij de munitie wordt de gk. niet genoemd de g. is het voornaamste proj., zoowel tegen personeel als materieel, paun. en vew. inbegrepenwegens gevaar voor eigen troepen bevuurt men gepantserde voertuigen beneden 1000 m met speciale pantsergn. Ten slotte worden nevelgn. genoemd. Het volgende onderdeel behandelt het vuur en geeft als a. vuurwijzen 1. stukken-, 2. snel-, 3. lagenvuur en 4. de Salve. Nog wordt de vuuroverval genoemd, bestaande uit snelvuur van 1 bij., dan wel door eenige bijn. gelijktijdig geopend vuur. b. vuurvormen 1. storend vuurstukkenvuur, onregelmatig afgewisseld door vuurovervallen 2. vernieiingsvuur, berustend op nauwkeurig inschieten en, naar gelang van toestand, opdracht en aard van het doel, in een der opgesomde vuurwijzen af te geven 3. afsluitingsvuur, door de lt.art. in samenwerking met de zw.inf. wapens af te geven in snelvuur met zoo hoog mogelijk opgevoerd tempo. e. tactische vuurbegrippen 1. Niederhalten den vijand tot dekking dwingen en het gebruik van wapenen tijdelijk onmogelijk maken. Af te geven door onregelmatige afwisseling van storend vuur van enkele stukken met vuurovervallen van een of meer bijn. 2. Niederkampfen ver nietigen van den vijand en vernieling van diens materieel. Uitvoering afhankelijk van toestandveelvuldige afwisseling van vuurwijzen en -vormen nastreven 3. Blenden de nevelwolk in snelvuur schieten. d. max. vuursnelheden. Vd. 8 sch/mt, 180 sch/u lt.hw. resp. 6 en 180—220.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 74