aangemarcheerd. Het generaalcommando zette zich te 13.30 in
beweging. Wij rekenden er op de troepen onderweg op marsch
aan te treffen, zooals steeds. Daarom verbaasde het ons zeer, toen
wij onzen weg vrij aantroffen. Reeds bij de bevelsuitgifte waren
verschillende meeningen over de begaanbaarheid der wegen geuit.
Het blad van de foto-lithografische kaart dat wij hadden was
namelijk heel onduidelijk. Tot nu toe waren onze wegen steeds
door de ver vooruitgeschoven cavalerie verkend maar nu betra
den wij onbekende zijwegen. Onze bezorgdheid verminderde niet,
toen wij Beaulieu zagen liggen, een rotsnest op een Argonnentop
heel schilderachtig voor een natuurminnaar, maar om te rillen
voor een marcheerenden troep. Over deze rots was de geheele
le divisie gezonden Waarom was zij niet afgebogen en over
Waly gegaan
Onze eenige geruststelling was, dat haar ervaren commandant
zich wel zou hebben weten te behelpen. Waar kon echter de
andere div. ergens zitten In Waly overviel ons een wolkbreuk.
Het heele hoofdkwartier vluchtte te paard onder het oversprin
gende dak van een dorpsherberg om het onweer af te wachten.
Daar kwam in opgewekten draf de heele korpsartillerie voorbij.
Dat was ten minste één troep. De commandant meldde, dat hij
van de 2 div., die hij moest volgen, niets had gezien. De weg naar
zijn marschdoel Brocourt was vrij en goed begaanbaar hij zou
tijdig in bivak zijn. Toen het onweer voorbij was gingen wij weer
verder. Er heerschte een sombere stemming in het hoofdkwartier,
omdat de voeling met de troepen, al was het maar voor uren,
verloren was gegaan. Al was de groote afstand van den vijand
en de aan zijn kant oprukkende gardecavalerie reden genoeg om
de mogelijkheid uit te sluiten, dat onze infanterie nog heden
verrassend in gevecht zou moeten komen, zoo voelde toch ieder
dat de toestand niet in orde was.
Wij rekenden er op tusschen Clermont en Dombasle de le divisie
aan te treffen. Maar de mooie door boomen beschaduwde weg,
die vooral over de laatste kilometers door een schilderachtig dal
liep, werd tegen den avond volkomen leeg aangetroffen. Slechts
Noord van Recicourt zagen wij het bivak van de cav.divisie.
Waar waren de beide infanteriedivisiën
De duisternis viel in toen wij in Dombasle binnentrokken.
Eerst laat in den avond kwamen de meldingen door de voor de
troepen uit gaande hevelsontvangers. De 2e Gardedivisie was
van den weg BrizeauxBeauzée naar het Noorden afgebogen
zij had echter van Rampont naar Jouy geen weg aangetroffen
en was gedwongen tot een grooten omweg. Zij eindigde den
marsch tegen 23.00. De le Gardedivisie had den steilen bergweg
van Beaulieu onbegaanbaar gevonden voor paarden en voer
tuigen. Zij had andere wegen moeten zoeken en was, om de
762