stun. 37 mm inf.geschuthet reg. 81 It. en 60 zw.mitr., 27 granaatwerpers, 6 stun. 37 mm inf.geschut, 6 stun, van 76,2 mm en 2 stun. vlg. afweergeschu La France Militaire nr. 16657. In La section d'infanterie" wordt een vergelijking gemaakt tusschen de secties inf. van verschillende legers. Nergens vindt men nog de groep (dl. bii ons de brigade) uitsluitend bewapend met het geweeroveral is de ltmitr. (km) en het geweer in de groep (brigade) ondergebracht. Er een streven (Oostenrijk, Italië) om de vuurkracht nog meer te verhoogen door toevoeging van een tweeden It. mitr. in de groep. Zwitserland, Oostenrijk en Duitschland hebben geen geweer-granaat werpers, in Frankrijk is 1 gew.granaatwerper per groep, m Rusland eeDegsi>e6n. telkn^hf ZVman, waaronder 5 man kader, in Fran krijk 41 man, w.o. 9 man kader, in Duitschland 44 man, w.o. 7 man kader, in Italië 46 man, w.o. 10 man kader, in Oostenrijk 46 man, w.o. 3 man kader (en in Ned.-Indië 49 man, w.o. 10 man kader). Idem nr. 16659. „Une division d'infanterie nouveau type en Amérique Staf, vb.cie., 1 bat.pi. 1 esk van 200 man als verkenningsechelon. 3 regn.inf., staf, 1 cie. voor bijz. opdrachten, 3 batn.fusehers, 1 bat.mitr., 1 reg.art. Bij het inf.reg. zijn geen mortieren of ml.kanonnen. Het bat.fuseliers bestaat uit staf en 4 cien.fuseliers de cie staf en 3 sien (3 groepen fuseliers en 1 groep lt.mitr.). Het mitr.bat heeft 3 cien.mit a 4 sien. en een staf. De overige wapenen zijn bij het legerkorps ondei- geDoelhvan de reorganisatie is, de inf.div. een grootere bewegelijkheid te g Het' aantal geweren is in de divisie teruggebracht van 8700 op 6600maar de inf. wordt uitgerust met een semi-autom.gevn vandaar dat de sectie ook niet meer dan 1 lt.mitr. telt. De geheele div. zal 12.800 man tellen (thans 21.000 man). Het aantal voertuigen bedraagt 1943. De proeven met deze samenstelling zullen ongeveer 3 jaren duren. La Revue d'infanterie Juni 1937. „Cos concrets de defence contre les chars" door Kap. BrouÜlardgeeft een vervolg op het gelijknamige artikel m het Mei-nr. (zie I.M.T. blzn. 733 en 734). Als tweede geval wordt behandeld de bedreiging met een verras senden aanval van vij.gemechan. troepen, gedurende den opmarsch van de divisie. De melding van de eerste aanraking der wederzijdsche verkennen afdn. komt op een dusdanig tijdstip binnen, dat de div cdt. aan zijn ondercdtn. slechts kan gelasten de eerstvolgende haltelijn met te overschrijden dan op nader bevel en zich voor te bereiden op een aanval van vij.vewn. Voo de uitvoering hebben de ondercdtn. nog een half uur. S. wijst er op dat van de zijde van de bevelvoering met een dergelij e verrassing rekening moet worden gehouden bij het bepalen van de bjnen tot welke voorhoede en hoofdmacht sprongsgewijze vooruitgaan, waarbij de onderdeelen van de div. (de 3 regn. marcheeren naast elkaar op, ieder reg. met een bat. voorhoede, de beide andere bat. naast of achter eikaar, breedte van een reg. marschstrook 3y2 km, de afstand tot het voorhoede bat. is 1 km) zich in voor de verdediging tegen vewn. gunstige teiremgedeelte kunnen nestelen en een doordringen van den vij. langs de wegen wordt belet. g47

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 93