Artillerie. 850 Organisatie en bewapening. In W.T.M. nr. 6 vermeldt kol. Blümner het e.e.a. over Die Aufrüstung der Artillerie im japanischen Heere. In 1934 waren bij het in vredestijd 17 divn. tellende leger rond 850 stukken ingedeeld, w.o. ongeveer 300 zware, verdeeld over 15 regn. (90 bijn.) vd.art., 4 regn. (16 bijn.) bg.art., 4 afdn. (8 bijn.) rijd.art., 8 regn. (48 bijn.) zw.vd.art, 3 regn. en 8 afdn. (34 bijn.) zw.art. en 2 regn. (8 afdn.) ld.art. Na 1934 is het aantal divn. gebracht op 25 de art. is ook relatief belangrijk versterkt, zoowel door opvoering van het aantal als door invoering van geschut van grooter vermogen en telt thans naar schatting minstens 1700 st., w.o. 400 zware. Bovendien beschikt men nog over een groote hoeveelheid uit de bewapening genomen doch nog alleszins bruikbaar geschut, terwijl de industrie, welker vermogen in vredestijd reeds is verdubbeld of verdrievoudigd, geheel op snellen aanmaak in oorlogstijd is ingesteld. T.a.v. détailgegevens betreffende organisatie en bewapening ver wijzen wij naar I.M.T. '36, blzn. 386/7, waarop de volgende aanvullingen kun nen worden gegeven. Ingevoerd is (org. niet aangegeven) een kanon-hw. van 7 cm., gew. 203 kg, proj.gew. 4 kg, 4 ladingen; kleinste V0 200 m/sec., max. dracht 2500 m; grootste. Vo 800 m/sec., max. draoht 2800 m. Dit geschut is zeer bruikbaar gebleken tegen weerstandsnesten doch niet tegen paun. en vewn. (Het gs. van 75 mm bij de inf.regn. is het oude bg.gs. het is in Mandsjoerije en China zeer bruikbaar gebleken). De door de div.art. sedert 1934 beproefde vuurmond van 7.5 cm L/40 Schneider met mondingsrem en groot zijd. schootsveld is niet ingevoerd daar het gew. van 1635 kg te hoog werd geacht voor het terrein en wegennet in O. en Md.Azië. Ook de max dracht van 15 km leverde weinig voordeel, daar springende projn. op dien afstand niet meer zijn waar te nemen, de spreiding boven 11 km te snel toeneemt en de hooge V0 te groote slijtage veroorzaakt. De hw. van 10.5 cm heeft eveneens te velde zijn deugdelijkheid bewezen, doch i.v.m. het hooge gew. (in stl. 1930 kg) zou men de invoering overwegen van een lichteren hw., een verbeterd M/29, met kleinere dracht. Het vroeger beschreven bg.gs. is overgegaan naar de hoogergenoemde bijn. bij de inf.regn.; omtrent den vervangenden vuurmond zijn geen gegevens vermeld. De ld.art. bestaat uit 4 regn. van 48 stukken en 2 zelfst.afdn. alsmede een aantal zelfst.bijn., in de laatste jaren ingedeeld bij de regn.div.art., de regn. en zelfst.brign. zw.art. en de cav.brign. een bij. telt 4 stun, dan wel 4 sien. a 2 stun. Ook beschikt men nog over 70, met zin. en luistertoestellen uitgeruste bijn., uit vrijwillige bijdragen van de bevolking aangekocht voor de vdd. van steden, industriegebieden en havens. Een groot d.eel van de ld.art. van het veldleger bestaat uit 4 cm.geschut, waaromtrent S. geen gegevens vermeldtdaarnaast zijn de vroegere reeds beschreven moderne 7.5 en 10.5 cm vuurmonden aanwezig. Japan beschikt voorts nog over minstens 1 brig, van 10 pantsertreinen, welke eveneens reeds belangrijke diensten bewezen in Mandsjoerije en China en bewapend zijn met vd.gs. De oorlogsuitrusting munitie bestaat uit 50 gn., 25 gkn., waarvan men nog een groote waarde hecht, en 25 gasgn. Motoriseering heeft i.v.m. het gebrek aan paarden ten zeerste de aandacht. De zw.art. is geheel, de zw.vd.art. voor ongeveer (10,5 cm L.) gemoto riseerd de div. art. behoudt vooralsnog pdn.tractie terwijl de rijd.art. ten deele van autotractie wordt voorzien. Aan elk der in oprichting zijnde gemot, inf.regn. wordt een autobij. toegevoegd. Het geschut van de art.afdn. van de pantser-brign. zal, evenals het pa.afweergs. van de batn., worden voorzien van een motoraffuit. De hoogere art.stn. zijn vrijwel alle, de treinen grootendeels en de art.parken ten deele gemotoriseerd. De tractoren kwamen in hoofdzaak uit de Ver .St., doch zullen voortaan volgens standaard model in J. worden vervaardigd de voor mu.aanv. gebezigde auto's hebben gedeeltelijk rupsbanden, terwijl gep. mu.aun. in beproeving zijn.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 96