andere divisie niet te hinderen naar het Westen afgebogen. Na een zwaren marsch langs nevenwegen over de Argonnenpassen, passeerde zij des nachts Clermont, waar zij de eer had langs Zijne Majesteit den Koning te defileeren, en bereikte met haar laatste troepen te 3.00 in den morgen het bivak. Tot Clermont hadden de krachten het uitgehouden, daar waren de levens geesten door de aanschouwing van den vereerden vorst nogmaals opgewekt. Maar tusschen Clermont en Dombasle hieven de uit- geputten in verontrustend aantal in de greppels liggen. In Dombasle waren de inwoners lastig tegen ons in het hoofd kwartier, tot de aankomst van onze infanterie hen vriendelijker stemde. Mijn gastheer, een geestelijke, wilde ons officieren zóó onder dak brengen, dat hij ons des nachts kon opsluiten. Wij wijzigden dat en sloten hem op, met de verzekering dat wij voor zijne veiligheid zorg zouden dragen. Als ik critisch over al deze gebeurtenissen en het overnèmen van het Gardekorps moet oordeelen, om daaruit leering te putten, dan moet ik eerlijk bekennen niet te weten, hoe het generaal- commando deze onaangenaamheden had kunnen vermijden. Zij waren het gevolg van het tegenbevel en een onduidelijke kaart. Is een contre-order als deze niet te ontgaan, dan dient men er op te rekenen, dat allerlei ellende op den koop moet worden genomen. Ook bij de andere korpsen moet de 26e Augustus groote inspanning hebben geëischt. Het IVe korps moet heel laat in Fleury en Ippécourt zijn aangekomen. Van de beide Beiersche korpsen verhaalt het stafwerk, dat zij na zware marschen, voor een deel eerst den volgenden morgen de voorgeschreven marsch- doelen bereikten. Aan het Ille Leger was den 26en Aug. te 12.00 bevolen, dat de Ie en He B. A. K. zouden marcheeren naar Erize en Triaucourt, terwijl de verplaatsing van de overige korpsen aan den Kroon prins werd overgelaten. Deze beval nu te 16.00 dat V, VI en XI en de Württ. div. naar het gebied tusschen St. Menehould en Vavray zouden oprukken. Toen in den avond van dezen dag de berichten omtrent den vijand steeds zekerder werden en Fransche troepen van alle wapens in Grand Pré waren vastgesteld, beval Von Moltke, dat het IVe Leger den .marsch naar Damvillers zou voortzetten en de Maas-overgangen bij Dun en Stenay bezettenI B.A.K. naar Nixéville, II B.A.K. naar Dombasle zouden gaan, terwijl het Ille Leger den marsch in de richting St. Menehould zou ver volgen. Van het leger voor Metz zouden twee korpsen naar Damvillers worden gedirigeerd. Ook den 27en Augustus waren de marschen uiterst ver moeiend, vooral omdat een deel der troepen nog niet uitgerust 763

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 9