4. GEBRUIK VAN STRIJDGASSEN IN DEN BEWEGINGSOORLOG door S. SCHILDERMAN, Reserve Luitenant-Kolonel. Het systematisch gebruik van strijdgassen dateert uit den wereldoorlog. Wel werden ook in vroeger tijden chemische strijd middelen toegepast, maar dit geschiedde dan incidenteel, zoodat van een chemische oorlogvoering feitelijk niet kon worden ge sproken. Eerst de ontwikkeling der chemie en techniek in den modernen tijd maakte het mogelijk een chemisch wapen te scheppen. Zooals bekend zal zijn, was de verstarring der fronten op het einde van 1914 de oorzaak, dat men tot het chemische wapen zijn toevlucht nam. Bij het begin van den wereldoorlog had men gedacht, dat men dezen door middel van beslissende veldslagen betrekkelijk snel, d.w.z. na verloop van eenige maanden, zou kunnen beëindigen. Na den slag aan de Marne werd aan die hoop de bodem ingeslagen. Toen de beide tegenstanders zich op het Westfront eenmaal hadden ingegraven en de wedloop naar zee geen succes had gebracht, bleken de toentertijd gebezigde strijd middelen onmachtig de vijandelijke stelling stormrijp te maken. Het was de Duitsche professor Haber, die op de gedachte kwam het eens met gas te beproeven. Borstweringen houden wel scherven, maar geen gas tegen en het gas kon in dien tijd nog vrijelijk in loopgraven en schuilplaatsen binnendringen en daar den geheel onbeschermden tegenstander buiten gevecht stellen. Uit het resultaat van den eersten gaswolkaanval bij Yperen bleek, dat de professor goed had gezien en wanneer de Duitsche militairen de waarde van dit strijdmiddel beter hadden begrepen, zou deze aanval wel eens strategische gevolgen gehad kunnen hebben. Dit was nu om verschillende redenen niet het geval en het bleef bij een tactisch succes. De gaswolkaanval van 22 April 1915 bij Yperen moet als het debuut van den gasoorlog worden aangemerkt. In de vier jaren oorlog nam hij voortdurend in kracht en hevigheid toe, zoowel wat de toegepaste strijdgassen, als de gebezigde aan- valsmethoden betreft. Vooral het gasschieten kwam tot groote ontwikkeling. Op het einde van den oorlog was ong. 1/4 van de munitie gasmunitie. 892

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 30