een noodrantsoen, bestaande uit 2 blikjes nasi goreng,
elk bevattende 100 gram rijst en 100 gram vleesch,
V2 eendenei en verdere ingrediënten, benevens 1
pakje thee van 5 gram 0.985 kg
een pistool M. 11 (incl. holster, gordelriem, pistoolriem,
patroontasch, gereedschappen en 3 houders met 24
patronen 1.955
een draagriemenstel 0.17
een helpzeel 0.11
een gasmasker compleet 1-71
een veldzak gevuld met
een gr. gr. jas en broek
een bivakmuts
een tricothemd
een paar sokken
een sportbroek van blauw katoen
een badhanddoek en zeep
twee paar reserve-veters
een haarkam van hoorn
een tafelvork van alpacca
naaigereedschap (reglementair niet omschreven)
een sprei van gekeperd, gestreept katoen
een veldklamboe
kleine geriefelijkheden
een ligmatje (wordt op den veldzak gebonden) 5.81
Per verbandploeg van 3 man wordt deze bepakking nog ver
meerderd met
een draagbaar 10.780 kg
een verbandtasch 3.570
een electrische lantaarn 0.560
Met dit „goederenmagazijn" gaat de hospitaalsoldaat op marsch.
Een beschrijving, hoe hij deze massa aan zich hangt, vereischt
wel eenige toelichting.
Hierbij komt in de eerste plaats een der hoofdprincipes van
de tegenwoordige bepakkingswijze ter sprake, n.l. het onderscheid,
dat gemaakt wordt, tusschen marschuitrusting en gevechtsuit
rusting. De gevechtsuitrusting wordt verkregen door het afleggen
van den veldzak met inhoud, welke dan bij den gevechtstrein van
de compagnie wordt achtergelaten. Hiermee bereikt men, dat
de bepakking van den soldaat op het gevechtsveld zoo licht moge
lijk wordt, zonder dat daarbij de onafhankelijkheid van den man
ten aanzien van zijn voeding vermindert.
Daar de veldzakken van het hospitaalpersoneel op de tweede
treinkar van de hulpverbandplaatsafdeeling meegevoerd worden,
marcheert het hospitaalpersoneel nimmer in marschuitrusting maar
altijd in gevechtsuitrusting (wij zouden in ons geval van „pikol"
897