6. STRAFBEVOEGDHEID VAN DEN ONDERLUITENANT VAN HET KONINKLIJKE NEDERLANDSCH- INDISCHE LEGER door J. H. VAN WERMESKERKEN, Leeraar aan de Kon. Mil. Academie. De door den Heer P. J. A. CLAVAREAU op blz. 470/471 van den XXXII jaargang van het Militair Rechtelijk Tijdschrift opge worpen vraag geeft mij aanleiding eenige beschouwingen te geven op het in het hoofd van dit opstel genoemde onderwerp. Allereerst zal worden onderzocht welke de bedoeling van den Indischen wetgever is geweest bij de toekenning van strafbevoegd- heid aan onderluitenants en vervolgens welke strafbevoegdheid, volgens den tekst der wettelijke bepalingen, aan die onderofficie ren kan worden verleend. Ter toelichting van het Wetboek van Krijgstucht voor Neder- landsch-Indië (W.v.K.) moge in het algemeen verwezen worden naar de toelichting op de Nederlandsche Wet op de Krijgstucht (W.K.) x). De M.v.T. op de W.K. geeft duidelijk aan dat, behalve aan onderofficieren-detachementscommandanten, overigens aan onder officieren geen strafbevoegdheid is verleend 2). De M.v.T. op de artn. 34 38 van het W.v.K. is zeer sober en zegt alleen dat „in het ontwerp bij de regeling van de bevoegdheid tot het opleggen van krijgstuchtelijke straffen is uitgegaan van het beginsel dat in hoofdzaak de bestaande toestand moest worden bevestigd" 3). De strafbevoegdheid van de onderofficieren in Ned.-Indië was geregeld in Algemeene Order (A.O.) 1916 Nr. 2 Hdst. J. en werd daarin verleend aan le. adjudant-onderofficieren, detachements commandant 2e. militairen beneden den rang van adjudant onderofficier, commandanten van detachementen 3e. onderoffi cieren belast met het militair commando en 4e. onderofficieren, commandanten van detachementen op marsch. De hier toegekende bevoegdheid was ruimer dan de nu geldende. Volksraadstukken 1933/34. Onderwerp 82, blz. 28 en 74. 2) Van der Hoeven III blz. 306 en 318. Zie ook Besch. (Ned.) H.M.G. van 14 Juli 1917. (M.R.T. XIII blz. 280). 3) Volksraadstukken t.a.p. blz. 82. 901

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 39