plaats van den kleinen staf aanwezig, dan treedt hij zelf als com
mandant van den kleinen staf op.
Onderscheiden moet worden de ambtshalve optredende luite
nant-adjudant en de aangewezen officier van het korps. Voor
heiden moet de vraag worden opgelost of onderluitenants ook
benoembaar zijn.
Vergelijkt men in de Legersamenstelling (Bijl. Lt. A van A. O.
1925 No. 13) de organisatie van een bataljon der Veldinfanterie
met die van een bataljon der Garnizoensinfanterie, en wel voor
wat betreft de aantallen luitenants-adjudant en luitenants, dan
ziet men dat zijn uitgetrokken
V eldinf anterie. Garnizoensinfanterie.
2 luitenants
Bij de Veldinf anterie worden de onderluitenants niet genoemd,
bij de Garnizoensinfanterie alleen bij de compagnieën. Wil dat nu
zeggen dat onderluitenants bij de eerste wel en bij de laatste niet
tot luitenant-adjudant mogen worden benoemd In verband met
het bepaalde in A.O. 1898 Nr. 54, waar vermeld wordt, dat voor
de vervulling van de betrékkng van adjudant zoo mogelijk alleen
le luitenants behoorende tot de oudste helft mogen worden aange
wezen, wordt vermeend dat onderluitenants nimmer voor die
betrekking in aanmerking mogen worden gebracht. Een uitzon
dering dient wellicht te worden gemaakt voor tijdelijke vervanging,
waarover hieronder zal worden gesproken.
Een argument is ook te ontleenen aan het bepaalde in art. 35
I.D.I. in verband met het gestelde op biz. III van dat reglement,
waar is aangegeven dat voor de vervanging van den luitenant
adjudant door een luitenant de onderluitenant niet is bedoeld.
Is in de formatie van den staf geen luitenant-adjudant opge
nomen, dan wijst de korpscommandant volgens de noot op art.
23 I.D.I. zoo noodig één der officieren van het korps aan als
commandant van den kleinen stafis de korpscommandant de
eenige officier van het korps ter standplaats van den staf aan
wezig, dan treedt hij zelf als commandant van den kleinen staf
op. Aangezien blijkens het gestelde op biz. Ill I.D.I. de onderlui
tenant alleen is uitgesloten van den dienst van luitenant-adjudant
en niet van dien van commandant van den kleinen staf is de
onderluitenant voor den laatsten dienst dus benoembaar en heeft
derhalve op grond van art. 36, sub 2o. strafbevoegdheid.
(bijv. Garnizoensbataljon
van Palembang en Djambi)
Staf van het bataljon
1 luitenant-adjudant
De compagnie
1 kapitein- of luitenant-adjudant
15 luitenants (onderluitenants)
907