Voorts levert het landen bij nacht, wat in de toekomst meer en
meer zal voorkomen, op het water gevaren op vanwege de mogelijk
heid om de boot tijdig af te vangen. Het is in de praetijk meermalen
voorgekomen, dat de vlieger door de spiegeling van het water misleid
omtrent den afstand, welken hij nog te dalen had, op volle snelheid
in het water vloog.
Zoo mogelijk nog grooter zijn in de geschetste omstandigheden de
moeilijkheden bij het laden en lossen der toestellen. Bij eendge deining
zijn zij wegens hun kwetsbaarheid niet te benaderen, terwijl zij evenmin
aan den wal kunnen komen. Zoo is het voorgekomen dat een Engelsche
vliegboot te Brindisi met bemanning en passagiers een heelen nacht
aan een boei heeft liggen slingeren.
Het behoeft wel geen betoog, dat dergelijke omstandigheden funest
zijn voor het onderhouden van regelviatige diensten en allerminst
geschikt om het vliegverkeer populair te maken. Tegenover deze
bezwaren tegen het gebruik van watervliegtuigen wordt vaak aange
voerd, dat de kosten van aanleg van waterbases zooveel geringer zijn
dan die van landingsterreinen, doch men ziet daarbij over het hoofd,
dat ook bij slecht weer voldoend beschutte watervlakten zeer zeldzaam
zijn, zoodat men in den regel kostbare strekdammen zal moeten aan
leggen om een voor regelmatig verkeer eenigszins bruikbaar bassin
te krijgen. Bestaande havens zullen daartoe meestal niet kunnen worden
gebruikt van wege het veel te drukke scheepvaartverkeer en de vele
ronddrijvende obstakels. Bovendien behooren, zooals uit het voorgaande
valt af te leiden tot de outillage van een watervliegtuigbasis
a. Een helling met wagen en tractor dan wel een kraan voor het
aan wal halen der toestellen.
b. Een landingssteiger voor het embarkeeren en debarkeeren van
passagiers en lading en voor het geval deze b.v. bij onstuimig
weer niet 'bruikbaar is, een motorboot, liefst gesloten en voorts
boeien en meerpalen.
c. Evenzeer als op landingsterreinen voor landvliegtuigen zijn
hangars noodig, terwijl een veel uitgebreidere reparatieuitrusting
aanwezig moet zijn.
d. Installaties of booten voor de brandstofvoorziening.
Dat de kosten van aanleg van watervliegtuighavens niet moeten
worden onderschat, blijkt uit het feit, dat de aanlegkosten van zoo'n
haven in Sydney, dat over natuurlijke baaien beschikt, worden
geraamd op 600.000 Australische ponden.
Een tweede argument vóór het gebruik van watervliegtuigen, dat
wordt aangevoerd, is de grootere veiligheid. Deze is echter slechts
zeer betrekkelijk, daar tegen een eenigszins ruwe zee ook een water
vliegtuig niet lang 'bestand is. Is het voordeel, dat een watervliegtuig
ingeval van gedwongen landing op zee biedt dus steeds gering, de kans
dat tot een dergelijke noodlanding moet worden overgegaan is veel
grooter. Immers zijn, om een grootere economie te krijgen, bij de
aneeate watervliegtuigen snelheid en stijigprestdties dn belangrijke
mate opgeofferd. Overigens is bij het gebruik van meer motoren
de kans om tot een noodlanding gedwongen te worden, practisch uit
gesloten, daar de in Indië te bevliegen zee-trajecten zoodanig zijn,
dat het steeds mogelijk is met het vliegtuig op het resteerend motor
vermogen doorvliegend een landingsterrein te 'bereiken, terwijl de
kans dat beide motoren tegelijk weigeren bij den huidigen stand der
motortechniek mag worden verwaarloosd.
Trouwens, de meeste zeetrajecten zijn niet langer dan de landtra-
jecten over Sumatra en Borneo, die reeds jaren regelmatig bevlogen
worden en die even weinig gelegenheid geven tot een veilige nood
landing als de open zee.