919 Wij zijn hiermede aan het eind van onze beschouwingen. De conclusie is dat landvliegtuigen zoowel technisch als economisch ver reweg de voorkeur verdienen. Het rendement is grooter, zoowel de kosten van aanschaffing en onderhoud als de bedrijfskosten zijn aanmerkelijk lager. Dit staat voor vliegtuigen van de grootte, die in aanmerking komt voor gebruik in den Archipel in elk geval vast. Het argument, dat de kosten van aanleg van vlieghavens geringer zijn dan van vliegterreinen houdt geen steek, daar voor een behoor lijk functionneerenden dienst elke vlieghaven behoorlijk beschut dient te zijn (strekdammen etc.) en voorzien van installaties voor het uitvoeren van reparaties (hellingen, kranen, enz.), het embarkeeren en debarkeeren (landingshoofd, motorboot, etc.) en de brandstof- voorziening. Tegenover de eventueele bezuiniging op de aanlegkosten, die in elk geval slechts gering zal zijn, staat het nadeel, dat het landen en starten, het embarkeeren en debarkeeren, de brandstofvoorziening, etc. steeds grootere moeilijkheden en gevaren zullen opleveren dan met landvliegtuigen. Het argument, dat het verkeer met watervliegtuigen veiliger zou zijn, is slechts denkbeeldig in verband met de betere vliegtechnische eigenschappen en de meermotorigheid van landvliegtuigen en de geringe zeewaardigheid van watervliegtuigen. In de gevallen, dat watervliegtuigen worden gebruikt, spelen dan ook altijd andere dan verkeerseconomische factoren een rol." Red.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 57