925
div.art. wordt volledig gemotoriseerd, iedere afd. telt 4 bijn. van 6 stun.,
1 bij. heeft vdhw.
In overweging is nog bij de div. een inf.-vew.afd. in te deelen. Thans
tellen twee dergelijke af dn. ieder 19 middelbare, 13 It. en 8 „ondersteunings"-
vewn. vermoedelijk zal de nieuwe vew. afd. hoofdzakelijk uit middelbare
vewn. bestaan.
Idem. nr. 3.
„Das unsterbliche Maschinengewehr". Hauptman a.D. Schützinger.
Met voorbeelden uit de laatste jaren van den wereldoorlog toont S. aan,
hoe het onuitdoofbaar vuur uit enkele mitrn. den aanval kon breken.
Gedurende den laatsten grooten D. aanval in 1918 bij Cambrai bleek,
dat de Fr.mitr. zelfs niet buiten gevecht waren te stellen door naar voren
gebrachte vdart., waarvan de waarnemers slechts enkele honderden meters
van de vij .mitrn. waren opgesteld.
Nadat de eerste Fr. linie door de stormtroepen was genomen, werd
dezen het verder doordringen belet door in de diepte opgestelde mitr.,
welke hun vuur tusschen eerste en tweede verdedigingslinie brachten. De
6e Beiersche div. kon bij Croisilles door 3 a 4 „onsterfelijke" mitr. per
regimentsvak niet meer vooruit, ondanks een volledig omwoelen van het
vij. terrein door het art.vuur. De mitr. waren in kuilen met een 1 a 2 m
dikke gronddekking en voorzien van 2 of 3 uitgangen opgesteld. Altijd was
er nog gelegenheid de mitr. tijdig op de ruine van een borstwering te
plaatsen om zijn doodelijke werking te doen gevoelen.
S. verhaalt dan hoe achter het front aan de mitr.cdtn. instructie werd
gegeven in het vuren met indirecte richting, hetgeen noodig was om ook
de achterwaarts opgestelde mitrn. te kunnen doen medewerken aan den
hoofd vuur strijd vóór de hoofdweerstandslijn en aan het spervuur.
Aangezien de onuitdoofbaarheid van het mitr.vuur hoofdzakelijk een gevolg
is van het kleine doel, dat dit wapen biedt en van de mogelijkheid vuur-
stelling en dekking te scheiden, mag van het inf.geschut niet hetzelfde
worden verwacht.
Een onuitdoofbaar anti-tankvuur zou, aldus S., slechts mogelijk zijn uit
een soort „iiberschwere" mitr., waarvan affuit en schietgestel zijn te scheiden,
zoodat in de gevechtsopstelling slechts de affuit behoeft te worden geplaatst
en de mitr. tot het tijdstip, waarop hij moet worden gebruikt in de dek
king blijft.
Revue d'Artillerie. Juni 1937.
In de rubriek „Reinseignements divers", wordt de samenstelling van de
Duitsche inf.div. vermeld. Zij bevat 3 reg.inf., 1 reg.art. van 3 afd. 10,5 cm
hw., 1 afd.zw.art. van 1 bij. van 10 cm en 2 bijn. hw. van 15 cm en een
verkenningsafd. Deze laatste heeft een wisselende samenstellinga. 1 esk.
cav., 1 cie.wr., 1 pel.mitr., 1 pel. pau., 1 pel.antitankgeschutb. 2 cien.wr.,
1 cie.pau., 1 gemot.pel. met mitr., antitankgeschut en- mijnen.
Bovendien bevat de inf.div. 1 det.antitankgeschut van 3 cien. met totaal
27 stun, van 3,7 mm., 1 bat.pi. van 3 cien en de noodige verbindingsmiddelen.
Met het antivew.geschut bij de regn. ingedeeld, telt de div. aan dit wapen
totaal 54 stun.
(Volgens latere gegevens telt een cie.antivew.gesch. 12 stun.).
De Hongaarsche gemengde Brigade zal na de reorganisatie bevatten:
2 regn.inf., 1 bat.wr., 1 reg.art., 1 esk.cav., 1 verbindingsafd., 1 sie.motor-
rijwielers en de trein.
Het reg.inf. krijgt de volgende samenstellingstaf, 1 cie. buiten bat.
verband, 1 det.mitr., 1 cie.pi., 1 vb.eie., 1 sie.mrt., 1 sie.geschut, 3 bat. van
3 fus.cien. en 1 mitr.cie.
Het bat.wr. bevatstaf, 1 sie.mrt., 1 vb.sie., 2 cien.wr. en 1 cie.mitr.