929 Bestrijding pawn, en vewn. Blijkens Tschechische Ansichten üher Feldartillerie und Panzerabwehr (M.W. 46) bestrijdt deze art. de vewn. volgens de voorschriften door vuur op de uitgangsopstellingen. Men schijnt echter algemeen de meening te zijn toe gedaan, dat de art. haar taak verder dient uit te strekken en wel door 1. bestrijding van de art., welke den vew.av. steunt 2. vuur op de dien av. begeleidende inf. en art. ten einde deze van de vewn. te scheiden 3. storend vuur op door de vewn. te doorschrijden terreinen. De recht- streeksche bestrijding van de vewn. dient te worden overgelaten aan de speciale anti-tankwapens, welke de art. dient te beschermen door vuur op vij. wgpn. en de vij.art. Vuurtactiek. Luit.kol. Alberti voert in M.W. 49 (Feuerjormen) een pleidooi voor het vervangen van namen welke te weinig zeggen door omschrijvingen van de taak der art. Zoo dient men aan te geven, dat de art. een bepaald onderdeel steunt door bijv. beschermen der ontplooiing, van den opmarsch, de gereedstelling, het tot staan brengen van den vij. of het bemoeilijken van diens nadering. Aan betrekkelijke begrippen als Sperrfeuer en Ver- nichtungsfeuer heeft men niets nu men in den bewegingsoorlog niet beschikt over de in den stellingoorlog aanwezige artmassa's dekt de naam niet meer het bereikbare resultaat. Slechts de naam Notfeuer (volgens S. beter Notwehrfeuer) ware te behouden voor het bij slecht zicht op verzoek van de inf. zonder wg. af te geven afsluitingsvuur. Wij wijzen er op, dat het nieuwe D. gev. voorschrift het aantal namen in den door S. gewenschten zin heeft beperkt (zie I.M.T. blz. 828). In dezelfde aflevering behandelt mj. Stuckenschimdt de Feuerjormen der französischen Artillerie in Abwehr und Angriff (volgens de Instructions générale sur le tir van 1936). In de verdediging geeft de zw. div.art. het tir de contrepréparation af. Aan het tir d'arrêt wordt deelgenomen door de lt. div.art., z.n. versterkt met het lange gs. van de zw.div.art., i.v.m. het terrein met de 10,5 hw. en ten slotte met art. van nevendivn. Dit vuur wordt op haar verzoek zoo dicht mogelijk voor de inf. afgegeven niettegen staande het geheel wordt voorbereid, blijft een groote veiligheidsmarge noodig. De max. vuursnelheid bedraagt 8 sch. gedurende 4'5'. De (restee- rende) zw. div.art. verlengt dit vuur. In den aanval bestaat de appui direct uit barrage roulant of bombar- dements successijseerstgenoemd vuur is een combinatie van het rideau continu met het tir de ratissage. Het „vuurgoirdijn" begint, afhankelijk van de omstandigheden, op 200 a 400 m voor de inf. die zoo spoedig en zoo dicht mogelijk opsluithet „harkvuur" verspringt weliswaar met het vuur- gordijn, doch blijft op 500 -1000 m voor de inf.het wordt telkens afgegeven door het maken van sprongen van 100 m in een richting tegengesteld aan die, waarin de inf. zich beweegt. De max. afst. waarop de vuurwals wordt afgegeven is 5 km. De „achtereenvolgende beschietingen" liggen op max. 600 m voor de inf.de samenwerking is echter zoo moeilijk te regelen, dat men de voorkeur geeft aan de starre vuurwals. Boven de hiervoor genoemde afstn., geeft de zw.div.art. (15.5 cm) tirs de protection af tegen vij. vuurwapens, wgpn., gereedstellingsruimten en vbn. Het gebruik van de art. in den av. is dus wel, in de vdd. niet in overeenstemming met de D. opvattingen. Betreffende de artilleriebestrijding wijzen wij in de eerste plaats op de serie artikelen over dit onderwerp van de hand van kap. Geel verschenen in Mav.,Febr.-Mei, waarin de S. de Fr. en D. opvattingen tegenover elkaar zet na eerst de Ned. te hebben behandeld. Hoewel dit artikel voor ons niet van belang is ontbloot, niet in het minst door de talrijke becijferingen aan de hand waarvan kap. Geel aantoont, dat de geringe sterkte van de Ned. art. er toe dwingt, de art.bestrijding tot de strikt noodzakelijke te beperken,

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 67