935 zonder dat belangrijke deelen van het leger en de vloot in actie behoeven te komen. Als gevolg hiervan zal het voor kleine staten met een geringe oppervlakte moeilijk zijn hun zelfstandigheid te bewaren daar zij steeds bedreigd worden door de luchtmacht van grootere nabuurstaten terwijl zij zelf in verband met hun geringe oppervlakte niet in staat zullen zijn een sterke operatieve luchtmacht op te stellen. Zij zullen dan ook in de toekomst verplicht zijn onmiddellijk bij den aanvang van een conflict partij te kiezen, daar zij anders bij verrassing door de luchtmacht van een nabuur kunnen worden overvallen. Vervolgens betoogt S., dat over een ruime reserve aan personeel en materieel moet worden beschikt aangezien een luchtmacht zich niet laat improviseeren en in den aanvang onmiddellijk op belangrijke verliezen moet worden gerekend. Van veel belang is de luchtoverval niet alleen op militaire doelen doch eveneens op de burgerbevolking. Vooral de politieke beteekenis van een snellen verrassenden luchtaanval kan zeer groot zijn waardoor het luchtwapen niet alleen in oorlogstijd een beslissende rol kan spelen doch in tijden van politieke spanning tevens een oorlog zal kunnen voorkomen. Vervolgens worden de eigenschappen besproken, die de be vel voerenden en aanvoerders bij de luchtmacht moeten bezitten. In de eerste plaats moeten zij gewend zijn te denken in de driemensionale ruimte terwijl zij zeer snel besluiten zullen moeten kunnen nemen. In den luchtoorlog moeten overweging, besluit en uitvoering a.h.w. een geheel vormen. De bevelhebber bij de luchtmacht moet zich kunnen vrijmaken van de terreinpunten en terreinafscheidingen die den marsch en het gevecht beïnvloeden. De hiervoor genoemde eigenschappen kunnen volgens S. alleen worden verkregen door zelf te vliegen. „Die Leidensehaft für das Fliegen in jeder Wetterlage, der geistige Schwung und die körperliche Leistungsfahigkeit im Flugdienst und an der Waffe bilden bis in die höchsten Dienstgrade die Voraussetzungen für jedes Führertum im Luftkrieg". Tenslotte wordt het materieel besproken waarbij wordt uitgegaan van de doelen waartegen de luchtstrijdkrachten achtereenvolgens moeten worden ingezet. Ook hier toont S. zich een aanhanger van de leer van Douhet waar hij als die doelen noemt le. de vijandelijke luchtmacht 2e. de militaire en economische krachtbronnen van den tegenstander 3e. leger en vloot van den vijand. In verband hiermede wordt in het buitenland thans de nadruk gelegd op de middelbare bommenwerpers met groote snelheid en in verhouding groote bommenlast en zware bewapening (ons type Gl. Martin, v.d. E.). Daarnaast treft men in geringer aantal lichte en zware bommenwerpers aan, waarbij de laatste in het bijzonder van nut kunnen zijn om in den lucht oorlog ergens het zwaartepunt te leggen. Het slot van het artikel, waarin de luchtverdediging en de beteekenis van de jagers en ld.art. worden besproken, opent geen nieuwe gezichtspunten. In Les Ailes van 10-6-37 wordt onder het hoofd Regards sur la strategie aérienne du Général Golovine een reeds eerder in het Royal Air Force Quaterly verschenen artikel van gnl. Golovine (Air strategy), waarvan binnenkort een Fransche vertaling zal verschijnen, besproken. Gnl. G. is een voorstander van het eenheidsvliegtuig. Hij gaat in het bij zonder na wat Engeland aan luchtstrijdkrachten noodig heeft waarbij hij tot de volgende indeeling komt le. de lu.str.krn. ingedeeld bij leger en vloot 2e. de lu.str.krn. bestemd voor de strategische verdediging nl. voor a. de verdediging van het Vereenigde Koninkrijk b. de „air control" in het nabije Oosten c. de verdediging van de Indische grenzen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 73