938 Deze kunnen gesplitst worden in vier groepen, n.l. Oxydatiemiddelen, water, verbranding en absorptie, welke achtereenvol gens in beschouwing worden genomen. Aangezien dit onderwerp ook voor ons van belang is, zal hier wat dieper op worden ingegaan: ad. Oxydatiemiddelen: De belangrijkste oxydatiemiddelen zijn chloorkalk, caporit, chlooramine, kaliumpermanganaat e.d. Chloorkalk. Voor het neutraliseeren van 111 g mostergas is 1 kg chloor kalk met een chloorgehalte van 22 noodig. Als normale besmetting wordt aangenomen 10 g mosterdgas per m°, zoodat dus met 1 kg chloorkalk een oppervlakte van 10 m" kan worden ontsmet. In de onmiddellijke nabijheid van plaatsen, waar gasprojectielen zijn neergekomen is 3 kg chloorkalk per 10 m" noodig. Voorts geven schrijvers aan, dat bij het ontsmetten van straten en pleinen rekening moet worden gehouden met den aard van de bedekking. Niet kunstmatig verharde terreinen (parken, tuinen enz.) zijn moeilijk te ont smetten zoo mogelijk deze terreinen door het aanbrengen van duidelijke waarschuwingsborden (hekken) voor het verkeer sluiten bij droog weer 14 dagen, bij sterken regenval ca. 3 dagen na deze tijden mogen echter grasvlakten, struiken en boomen nog niet als geheel ongevaarlijk worden beschouwd. Voor de ontsmetting dienen ontsmettingsploegen sterkte 1 commandant en 10 man beschikbaar te zijn. De leden van den ontsmettingsploeg moeten beschikken over een gasmasker en zoo eenigszins mogelijk over bescher mende Meeding en dikke (rubber handschoenen. Bij gebrek aan deze handschoenen zoo geven de schrijvers aan de handen inwrijven met chloorkalk en magnesia. De uitrusting van eiken ploeg bestaat uiteen sproeiwagen, een chloor kalk-(strooi) wagen, een of meer wagens (auto's) waarop een tiental groote schoppen, enkele goede lantaarns, enkele pikhouweelen, een ladder van ca. 8 m, een aantal borden met opschrift „Streng verboden toegang. Mosterd gas", een groote hoeveelheid chloorkalk, een hoeveelheid neutraliseerende vloeistof, een hoeveelheid magnesia. Wordt een ontsmettingsploeg opgeroepen voor het ontsmetten van een bepaald complex van straten, dan rukt zij zoo snel mogelijk met haar materieel uit. Ter plaatse aangekomen wordt het met mosterdgas besmette gedeelte door de gasverkenners afgezet (waarschuwingsborden). De ploegleider bepaalt van welk punt uit de ontsmetting wordt aangevangen (steeds aan de zijde boven den wind gelegen). Eerst wordt het oppervlak van den weg (het plein) bevochtigd met water, waarna het oppervlak regelmatig met chloorkalk wordt bedekt. Dan volgen op een rij eenige helpers met strooibussen om de plaatsen waar zich nog onvoldoende chloorkalk 'bevindt aan te vullen. Daarna volgt een rij helpers, die de met het gesproeide water tot een pap geworden chloor kalk met hun bezems grondig dooreen werken en tot een gelijkmatige laag uitspreiden. Nadat de chloorkalkpap 3 tot 4 uur heeft ingewerkt, wordt zij met water weggespoeld. Zijn op regelmatige afstanden brandkranen aanwezig, dan kan de sproei wagen vervallen. Zijn de te ontsmetten straten (pleinen) met boomen beplant, dan wordt het vraagstuk moeilijk men kan dan m.b.v. een waterstraal de boomen zooveel mogelijk zuiveren. Is zulks niet mogelijk, dan de boomen omkap pen en met chloorkalkbrij zoo goed mogelijk ontsmetten. Caporit. De werking van caporit als desinfectiemiddel voor mosterdgas loopt parallel met die van chloorkalk men heeft echter voor een zelfde oppervlakte minder caporit noodig. Per 10 nf 1 kg chloorkalk tegen 350 g caporit. Caporit is oplosbaar, althans voor het grootste gedeelte, waardoor

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 76