trekken. Naar het uiterlijk was hij lang, gracieus en gespierd, met een mooien gang en een koninklijke houding van hoofd en schouders. Natuurlijk wist hij dit en een groot deel van zijn uitdrukkingen in het openbaar deed hij met teekens en gebaren. Zijn bewegingen waren heftig hij toonde zich driftig en over gevoelig, soms zelfs onredelijk. Zijn persoonlijke charme, zijn onverschrokkenheid en de pathetische merkbaarheid van zijn teere persoon, maakten hem tot een afgod voor zijn volgelingen. Men vroeg zich nooit af of hij scrupules had maar later toonde hij- dat hij trouw voor trouw kon geven en verdenking voor verdenking. Ook zijn opvoeding in Abdoel Hamid's omgeving had hem een meester in de diplomatie gemaakt, terwijl zijn militaire dienst onder de Turken hem een bruikbaar tactisch inzicht had gegeven. Zijn leven in Konstatinopel en in het Turksche parlement had hem vertrouwd gemaakt met Europeesche vraagstukken en gewoonten. Zou hij de kracht hebben om zijn droom te verwezenlijken, dan zou hij het ver brengen, want hij ging op in zijn werk en leefde voor niets anders. Maar de vrees bestond dat hij zich zelf zou uitputten door schijnbaar te hoog te grijpen, of dat hij zou sterven aan te heftige actie. Zijn mannen vertelden mij, hoe hij na een langdurig gevecht, waarin hij zeer op zijn hoede moest wezen, de aanvallen moest leiden, en hen controleeren en aan voeren, physiek ineenstortte en na zijn overwinning moest worden weggedragen, buiten bewustzijn, en met schuim op de lippen. Intusschen werd hier naar het scheen den Engelschen een profeet aangeboden, die, als zij slechts royaal zijn medewerking aanvaardden, aan den Arabischen opstand een vasten vorm zou geven. Het was meer dan zij hadden kunnen hopen en veel meer dan hunne weinig toeschietelijke houding verdiende. Het doel van Lawrence's tocht was vervuld. 961 Wij willen hier nog een kort gesprek inlasschen, dat Lawrence in Faisoel's kamp hield. Hij vertelde dat op weg naar Faisoel's kamp een der Sjaichs had gemop perd over de Britsche zeelieden, die eiken dag in Rabegh aan land kwamen. „Spoedig zullen zij 's nachts overblijven, en dan zullen zij voor altijd „blijven en het land in bezit nemen", meende deze. Om hem op te vroolij- ken had Lawrence verteld van de millioenen Engelschen die nu in Frankrijk stonden, en dat de Franschen daar toch niet beducht voor waren. Waarop de Sjaich hem minachtend had tegengeworpen „Of hij Frankrijk soms met den Hedjaz wilde vergelijken (Deze Sjaich, Abdoelah el Rasjid, was wel een scherp ziener want thans begint de Engelsche zg. belangensfeer inderdaad bij Haifa en eindigt zij in Akaba, aldus de Oostkust van de (Vervolg zie onderaan blz. 962

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 11