niet alleen van den vuurmond, doch vooral van de munitie
zoodra men genoodzaakt is, zich langs niet gebaande wegen te ver
plaatsen. Ongetwijfeld beïnvloeden de genoemde grootere gewich
ten de mobiliteit van de colonnes, waarvan intusschen dank zij de
wel uitermate geringe marschsnelheid, tijdens de genoemde expe
dities niets is gebleken. Bij bestudeering van de krijgsverrichtingen
blijkt echter wel, dat bij zich snel verplaatsende colonnes immer
slechts een betrekkelijk klein aantal bergbatterijen was ingedeeld
met een geringe een enkele maal zelfs tè geringe hoeveel
heid munitie. Uit bijlage I kan de lezer zelf de conclusie trekken,
dat het aantal aan de verschillende colonnes medegegeven batte
rijen inderdaad steeds vrij klein is geweestin dit verband zij
nog gewezen op de door vele schrijvers verkondigde meening,
dat 1 batterij per brigade, welke laatste eenheid dikwijls werd
aangewezen voor het voeren van een zelfstandige actie, te weinig
is en dit aantal dient te worden gesteld op 2.
Voor het vervoer van het geschut is zoowel van paarden en
muildieren als van ossen en kameelen gebruik gemaakthet
berggeschut is in enkele gevallen zelfs door dragers vervoerd o.a.
bij het overtrekken van den Sjandoerpas toen aldaar de sneeuw
2 m hoog lag tijdens mj. Kelly's tocht naar Tsjitral.
c. De genie. Omtrent dit wapen valt te vermelden, dat het
steeds veel heeft bijgedragen voor het welslagen van de expedities
en wel in de eerste plaats door het verbeteren van de opmarsch-
wegen en het slaan van bruggenhoewel zulks niet op een zoo
groote schaal is geschied als door de Italianen in Abessynië, heeft
de wegaanleg immer een zeer belangrijke rol gespeeld. Daarnaast
heeft de genie steeds een werkzaam aandeel gehad in het aanleg
gen van verdedigingswerken, zoowel tijdelijke (de piquets) als
blijvende (de permanent piquets). Ook de bivakbouw met al wat
daar bijbehoort zooals de watervoorziening, een dikwijls niet
eenvoudige zaak 1), behoorde tot haar werkzaamheden. Ten slotte
hebben de troepen, vnl. de tot een lage kaste behoorende
„pioneers", immer zij aan zij gestreden met de infanterie; ook de
„sappers and miners" vervulden menigmaal op krachtdadige wijze
hun aandeel in den strijd.
972
Zoo legde de genie een waterleiding van het in het dal van de Tank-
zam gelegen Khirgi naar de zich op den heuvelrug bevindende post Manzai
na herhaalde vernieling werd de waterleiding vervangen door een ingegra
ven pijpleiding. Ook de in 1931 in de Akakhelvlakte oprukkende troepen
konden slechts van water worden voorzien door een pijpleiding, waardoor
hun opmarsch geheel afhankelijk was van de vorderingen van de werk
zaamheden van de genie deze heeft tijdens de genoemde expeditie en die
in de naburige Khadjaurivlakte tal van autowegen en bruggen aangelegd.
Tenslotte had zij ook haar aandeel in den wegaanleg in Waziristan en het
gebied van de Mohmands. Dat deze onder het oog van de bevolking uitge
voerde werkzaamheden niet zonder verliezen zijn uitgevoerd behoeft wel
geen nader betoog.