3. DE REORGANISATIE VAN ONZE REGIMENTEN INFANTERIE. MODERNISEERING TEN KOSTE VAN DE MANKRACHT door JHR. J. M. R. SANDBERG, Kapitein van den Generalen Staf. In het laatste artikel van den kapitein van den Generalen Staf R. B. van Dijken betreffende de reorganisatie van onze regimenten infanterie, onder den gelijknamigen titel opgenomen in het Sep tembernummer van het neemt de geachte en deskundige S. de verschilpunten onder de loupe tusschen zijn oorspronkelijk artikel in het I.M.T. 1937 nr. 1 en onze beschouwing terzake in het Julinummer van dit jaar. Aangezien ons uit de opmerkingen van den S. is gebleken, dat de strekking van ons artikel hem blijkbaar niet geheel duidelijk was en zulks wellicht ook voor andere lezers het geval is geweest, achten wij ons verplicht ons standpunt nog eenmaal nader uiteen te zetten. Het cardinale verschilpunt, waar het hier om gaat, te weten het verschillend standpunt door den S. en ons ingenomen ten aanzien van het loslaten van de vierde compagnie (c.q. van het vierde bataljon van het regiment), kan door den kapitein van Dijken slechts worden verklaard door de omstandigheid ,,dat de geachte Schrijver dat zijn wij) zich onvoldoende rekenschap heeft gegeven van de heteekenis van ons uitgangspunt uitkomen met het beschikbare personeel) en van de beweegredenen, welke tot dat uitgangspunt noopten". Deze verklaring klopt evenwel niet met de werkelijkheid. Wat het eerste deel betreft, kan zulks gemakkelijk worden aangetoond aan de hand van de twee volgende alinea's, welke in de inleiding van ons artikel voorkomen en welke wij overzichtelijkheidshalve hier opnieuw opnemen, waaruit ten duidelijkste blijkt, dat de beteekenis van het uitgangspunt van den S. door ons zeer wel werd begrepen. 976 „De oorzaak van de door ons gesignaleerde verzwakking van de infanterie in de door den S. voorgestelde nieuwe organisatie is te vinden in het zonder meer loslaten van de 4e compagnie, gevolg

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 26