Het bovenstaande spreekt, dunkt ons, voor zich zelf. Het tweede deel van S. verklaring „onvoldoende rekenschap van de beweegredenen, welke tot dat uitgangspunt noopten" is evenmin juist, maar hier moeten wij den kapitein Van Dijken in zooverre gelijk geven, dat in ons artikel het tegendeel niet is gebleken. Wij meenden duidelijk genoeg te zijn door het symptoom aan te vallen en onthielden ons van een beschouwing van het systeem, aagezien het niet in onze bedoeling lag ons op het gebied van de legerorganisatie te begeven, te meer, waar de S. zulks evenmin had gedaan en zelfs het zoo belangrijke uitgangspunt slechts ter loops had genoemd. Door te wijzen op de tactische consequenties van de vermin derde mankracht, welke o.i. maakt, dat de door den S. voorgestelde organisatie geen feitelijke versterking van de infanterie beteekent, bedoelden wij tevens het uitgangspunt, het systeem, te veroor- deelen. Nu wij daarin blijkbaar niet duidelijk genoeg zijn geweest, maken wij gaarne gebruik van de gelegenheid, ons door het laatste artikel van den kapitein Van Dijken geschonken, op meer positieve wijze van onze meening ten aanzien van het systeem zelf te doen blijken. Crisisproof of enemyproof Het hoofdmotief van den kapitein Van Dijken voor zijn uit gangspunt uitkomen met het beschikbare personeel is blijk baar geweest het streven te komen tot een legerorganisatie, welke niet boven de 36.000 beroepspersoneel uitkomt. Aldus zou worden bereikt, dat de organisatie z.g. crisisproof is, d.w.z. dat zij ook in tijden van economische inzinking zou kunnen worden gehandhaafd, hetgeen bij een grootere leger- sterkte, blijkens de ervaring, niet het geval zou kunnen zijn. Bovendien zou zoodanig streven zijn in de lijn van de Regeering, welke immers in den Volksraad verklaard heeft, dat „een massale uitbreiding niet binnen ons bereik ligt" en dat Zij zich voorstelt „de vermeerdering van het beroepspersoneel zooveel mogelijk te beperken". De genoemde motiveering is in tweeërlei opzicht foutief. In de eerste plaats heeft de practijk bewezen, dat een organisatie van 977 wederom van een verkeerde basis van het artikel, te weten het streven naar een oplossing „waarbij getracht is met het thans ingedeelde per soneel uit te komen". Een dergelijk streven het kan niet anders moet leiden tot een reorganisatie in het mindere, waarbij alle versterkingenalle ver beteringen komen ten koste van de mankracht, zooals in feite dan ook is geschied".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 27