Laat ons onze pogingen vereenigen en voortgaan geza- „menlijk te werken voor den vrede en de veiligheid van de Hedjaz1) Deze waardige meeningsuiting van den Sjarif is volkomen duidelijk en even klaar is het, dat, zou hij aan des Sultans oproep gehoor hebben gegeven, Engeland, Egypte en het Suez-kanaal zou hebben verlorenen ook wellicht Indië, toen reeds Dat Engeland er derhalve alles op zette om tegen de proclamatie van den Heiligen Oorlog een afweer te vinden is verklaarbaar en men meende die te hebben gevonden in het uitbuiten van de machtige positie van den Sjarif Hoesein van Mekka, den afstam meling van den Profeet, den Moslim der Moslims, die allerminst een vriend was van de Turken, die hem 18 jaren lang gevangen hadden gehouden in Konstantinopel. Lord Kitchener, die vóór den oorlog, in Egypte, reeds bespre kingen met den Sjarif had doen openen, liet hem nu plechtig verzekeren, dat als hij met de Arabieren Engeland in den oorlog actief zou bijstaan, dit land omgekeerd de onafhankelijkheid van Arabië zou erkennen en ondersteunen. (Liddell Hart a.v. blz. 64). Deze belofte van 1914 Octoberwas de eerste van een reeks beloftenwelke Engeland jegens de Arabieren heeft gebroken Op Engelands aanbod kwam van den Sjarif voorloopig een voorzichtig antwoord, waarin hij welwillende neutraliteit beloofde, doch in zijn positie als Sjarif van den Islam meende niet dadelijk met den Sultan te kunnen breken. Desalniettemin was het voor Engeland reeds een groote winst, dat de Sjarif had geweigerd om den Djihad van de Heilige Stad uit te doen proclameeren. Aldus bleef de toestand tot in 1915 vrijwel labiel, hoewel een oogenblik de kans op een opstand van de Arabieren tegen de Turken dreigde. Dit was, toen het Gallipoli-drama gedoemd scheen tot mislukking en de Britsche opperbevelhebber in Egypte, sir John Maxwell, het zeer goede voorstel deed om den onvermij delijk schijnenden slechten afloop aan de Dardanellen af te wenden, door eene landing in Alexandrette, de haven aan de N.O. hoek van de Middellandsche Zee, om daar de levenslijn der Turken naar Voor-Azië bij de spoorlijn af te snijden. Voor dit plan achtte hij 100.000 man voldoende de Arabieren en de sterke Arabische elementen in de Turksche legers hadden voor dat geval hun vollen steun toegezegd. Het plan was echter te goed om aanvaard te worden. Want onder Geallieerden, die in een strijd op leven en dood zijn gewik keld met den vijand, blijft de onderlinge politieke tegenstelling toch steeds overheerschen zelfs als het er om gaat den gemeen- schappelijken vijand den nekslag toe te brengen. Den 13 November b Liddell Hart, a.v. blz. 393. 952

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 2