lisatie van alle weerbare mannen van. 1845 jaar ten slotte een leger van 42.000 man op de been te brengen, gesplitst in drie legerkorpsen. Infanterie. De Boliviaansche infanterie was in hoofdzaak uitgerust met een Mauserkarabijn, die zoowel in het boschterrein als in de loopgraven buitengewoon handzaam bleek en goed voldeed. Deze karabijn was van Tsjechisch maaksel, terwijl verder nog een kleiner aantal Mausergeweren van Duitsch maaksel werd gebruikt. De Paraguaysche infanterie was eveneens van Mauserkarabijnen voorzien, welke hetzelfde kaliber hadden als de Boliviaansche, en ook dezelfde patronen verschoten. Dit had voor beide partijen het groote voordeel, dat buitgemaakte karabijnen of patronen zonder meer konden worden benut door de eigen troepen. De Paraguaysche karabijnen vielen bij de Bolivianen bovendien bij zonder in den smaak, daar het materiaal lichter en bovendien beter bleek te zijn. Tijdens het verloop van den oorlog werd voorts iedere inf.groep in het Boliviaansche leger voorzien van een geweermitraïlleur en van een pistoolmitrailleur, een geheel nieuw wapen, dat in dezen oorlog zijn bruikbaarheid alleszins heeft bewezen. Bovendien werden veelal officieren en ordonnansen met zoo'n pistoolmitrail leur uitgerust. Bij deze pistoolmitrailleurs werden magazijnen met 32 schoten gebezigdde werkzame dracht kan op 100 m worden gesteldde bediening bestaat uit 1 man. Het Paraguaysche leger beschikte slechts over een gering aantal pistoolmitrn., waarbij ook magazijnen voor 50 patronen werden gebezigd, die echter minder voldeden door de geringere stevigheid en de grootere kans op munitieverspilling. Als lichte mitr. werden door de Bolivianen naast de Madsen- geweren ook Vickers-Berthier en Brno-geweren gebruiktPara guay bezigde uitsluitend Madsens. De resultaten waren als volgt Madsengoed, Brno uitstekend, Vickers-Berthier vrijwel on bruikbaar. 300500 schoten per mitr. in magazijnen verpakt bleken voldoende te zijn voor de behoeften, er is dan voldoende gelegenheid om in de vuur pauzen de magazijnen opnieuw te vullen. Het gebruik van handgranaten van minder goede constructie heeft aan beide zijden nogal wat ongewilde verliezen veroorzaakt; het beste voldeed een steelhandgranaat van Boliviaansch maaksel. De Boliviaansche mitrn. waren aanvankelijk Maxims van 1911, welke in alle opzichten goed voldedende later ingevoerde 990

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 40