anders zijn onderdeel aan een zekere, noodelooze vernietiging zou blootstellen. Hem verwijzen wij naar de formuleering van het Ned. Inf. reglement, Deel II, het Gevecht, onderdeel A. punt 27, welk punt luidt „De infanterie heeft een beperkt aanvallend vermogenbij het „ontmoeten van een niet aaneengesloten vuurfront kan zij tusschen ,,'s vijands vuurbronnen doordringen, bij het stooten op zwakken „weerstand kan zij deze met eigen middelen overwinnen, doch „voor het breken van een krachtigen weerstand, gevormd door „een stelsel van aaneensluitende vuren en hindernissen, is haar „aanvalskracht op zich zelf onvoldoende en behoeft zij den steun „van artillerie of vechtwagens." Wij wijzen er al aanstonds op, dat deze uitspraak niet is neer geschreven op grond van ervaringen uit den stellingoorlog alleen en zullen dit met voorbeelden uit den bewegingsoorlog trachten te bewijzen. Ook dan is het mogelijk in korten tijd aan de verde diging een zoodanige kracht te geven, dat de infanterie deze niet met haar eigen middelen kan overwinnen. De hoofdzaak, waar het voor den aanvaller om gaat, ook in den bewegingsoorlog, is de beteekenis van het vuur van den verdediger. Hierbij kunnen drie gevallen worden onderschei den t.w. a. niet aaneensluitende vuren. b. zwakke weerstand, dus zwakke vuurorganisatie. c. krachtige, aaneensluitende vuren. Wordt hierdoor eenerzijds de kracht van de verdediging uitge drukt, anderzijds wordt hiermede de mate van krachtsinspanning van de aanvallende infanterie en haar wijze van optreden bepaald. De manoeuvre der infanterie. Deze wijze van optreden komt tot uitdrukking in het op ver schillende manieren in werking brengen van de beide technische middelen, waarover de infanterie beschikt, het vuur en de bewe ging. De tactische manoeuvre van een bepaald infanterie onderdeel nu kan bestaan uit een combinatie van deze beide middelen dan wel uit het achtereenvolgens concentreeren van een van deze middelen (het vuur) op verschillende doelen. Ook kan de uit sluitende toepassing van de beweging in bepaalde gevallen tot het beoogde doel leiden. Het met vuur deelnemen aan de geza- melijke actie kan voor een bepaald infanterieonderdeel c.q. tijde lijk de eenige juiste wijze van optreden vormen. Zoo vormt het afwisselend voorwaarts gaan der km.groepen, om door het vuur van de eene groep de beweging van een andere groep mogelijk te maken, een manoeuvre van vuur en beweging, het overbrengen van concentraties van mitrailleur- en mortiervuur op achtereen volgende doelen een manoeuvre met het vuur. Een bedreiging 1007

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 57