hebben genezen. De neutralisatie zal moeten worden voortgezet door zoo krachtig mogelijk georganiseerd inf. vuur en de aanval zal moeizaam, in een manoeuvre van zorgvuldige uitbuiting van vuur en beweging, plaats hebben. Een nauwkeurig afwegen van de eigenschappen van beide wapensoorten, inf. en art. en een nauw verband tusschen de han delingen van beide is noodig om het succes te verzekeren. Wij zullen hier niet verder bij stilstaan, daar wij dan op het terrein van de inf.-art. samenwerking terecht komen en in herhaling zouden vervallen van hetgeen wij terzake reeds neerschreven in I.M.T. 1936 nr. 8 en 9. Het memoreeren van de begrensdheid van het artilleristisch kunnen was echter noodig om in het hiernavolgende een basis te hebben, waarop bij de behandeling van den aanval der inf. kan worden voortgebouwd. De aanval der infanterie. De omstandigheden, welke zich kunnen voordoen laten zich meerendeels onderbrengen onder een der volgende gevallen I. Aanval op een niet-aaneensluitend vuurfront, al dan niet met art. steun II. Aanval op een zwakken weerstand met zwakke organisatie der vuren, al dan niet met art. steun III. Aanval op een aaneensluitend, krachtig vuurfront, waarop de inf. aanvalt uitsluitend met art. steun van voldoende sterkte IV. Aanval als voren, doch met zwakken steun van art. vuur, aangevuld door vuren van mitrailleurs en mortieren V. Aanval als voren, doch zonder art. steun. Hoe zal het optreden der inf. onder deze verschillende omstan digheden moeten zijn Alvorens tot de beantwoording van deze vraag over te gaan, meenen wij goed te doen hier eerst een geval uit den wereldoorlog te behandelen. Wij kiezen er deze plaats voor uit, omdat uit dit voorbeeld verschillende lessen te trekken zijn, welke, hetzij voor het eene, hetzij voor het andere der bovengenoemde gevallen, van waarde zijn. 1013

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 63