langen tijd als enkellader moest worden gebruikt. Op 15 Aug. '14
waren alle reserve mitrailleurs (200 stuks) uitgegeven. De
eerste zending van de onmiddellijk bij Vickers en Colt bestelde
mitrailleurs moest op 1 Juni '15 nog aankomen.
De door Frankrijk in Nederland aangeworven wapensmeden
werden in Londen aangehouden.
De hulp uit het buitenland viel dus danig tegen en het was
spoedig duidelijk, dat men grootendeels op eigen krachten was
aangewezen. Hoe kritiek de situatie reeds in de tweede oorlogs
maand was, kan o.m. blijken uit het volgende telegram, dat op
19 Sept. '14 door den D.A.A. aan de Regeering werd gezonden
„L'échelon sur route n'a plus que cent cinquante coups par pièce
„(voor de behoefte van 8 dagen dus). L'échelon de gare régula-
„trice est vide. L'échelon d'arsenal est vide. Les approvisionne-
„ments de couverture sont épuisés. Les entrepots de réserve
„générale sont vides."
(Uit "Les secrèts du G.Q.G."
van Robert Boucard).
Het behoeft geen betoog, dat het gebrek aan wapening en
munitie van grooten invloed was op den gang der operatiën. Daar
van kan het volgende telegram van 26 Sept. '14 van den gene
ralissimus Joffre aan zijn legercommandanten een indruk geven
„II est impossible de vous donner de nouveaux lots de munitions
„de 75 avant quinze jours a trois semaines. II importe de régler
„vos opérations en conséquence et de ne pas prononcer des mou-
„vements offensifs contre des positions organisés qui nécessitent
„une grande consommation de munitions pour un résultat de
„faible importance. II est nécessaire de les conserver pour re-
„pousser les attaques ou pour la poursuite de l'ennemi".
(Als voren).
Toch beschikte men in Frankrijk over een oorlogsproductiesche-
ma voor de vervaardiging van munitie en was de ten uitvoerlegging
daarvan voorbereid, doch het duurde tot ultimo October '14 vóór
dit schema volledig in werking kon treden. Dat schema beoogde
een dagproductie van 13.500 schoten voor de lichte veldartillerie,
van 465 schoten voor de houwitsers van 155 mm, van 2.470.000
patronen voor de infanterie en van 25 ton springstoffen. In welke
verhouding deze productie ten slotte tot de werkelijke behoefte
van de weermacht stond kan blijken uit het ondervolgende staatje
van productiegegevens
1025