De economische strijdmiddelen.
Hoewel het gebruik en de toepassing van economische striju-
middelen en maatregelen tot het bereiken van het oorlogsdoel
reeds zoo oud zijn als de oorlog zelf en vooral in de zee-oorlogen
steeds een overwegende rol hebben gespeeld (men denke slechts
aan de door Nederland met Spanje en Engeland gevoerde oorlogen
en aan het continentale stelsel van Napoleon), de wijze, waarop
daarvan in den oorlog van '14—'18 is gebruik gemaakt en de
resultaten, welke daarmede zijn bereikt, hebben aan dien oorlog
een bijzonder karakter verleend. Door de groepeering der oorlog
voerenden daartoe in staat gesteld, slaagden de Geallieerden er
in onder toepassing van vérgaande dwangmaatregelen tegenover
de neutrale mogendheden de Centralen zoo goed als volkomen
te isoleeren van de overige wereld, waardoor Duitschland en zijn
bondgenooten het aanzien kregen van een belegerde vesting. In
die vesting is door de bevolking eenige jaren achtereen honger
geleden en bestond gebrek aan andere materieele behoeften van
den mensch. Deze insluitingspolitiek is in haar gevolgen van veel
grootere beteekenis gebleken voor de burgerbevolking van de
Centrale Mogendheden, wier uithoudingsvermogen ten slotte werd
uitgeput, dan dat zij rechtstreekschen invloed kon uitoefenen op
den gang der krijgsverrichtingen. Doch het had ook andersom
kunnen zijn, daar een en ander geheel afhangt van den econo-
mischen opbouw van de betrokken staten. In de Duitsche landen
was over het geheel genomen de voedselsituatie zeer precair,
terwijl daarentegen het industrieele oorlogsapparaat een groote
mate van onafhankelijkheid van het buitenland bezat. Deze om
standigheid is evenwel niet van doorslaggevende beteekenis, omdat
de oorlogskracht van eiken staat na korteren of langeren duur
wordt gebroken, als zijn economische structuur uit een oogpunt
van oorlogvoering kwetsbare plekken, onverschillig welke, ver
toont en de politiek-strategische constellatie den tegenstander de
gelegenheid biedt hierop met succes zijn aanval te richten.
Ook Duitschland heeft getracht zijn tegenstanders op die wijze
op de knieën te krijgen door een onbeperkt gebruik van den
onderzeeër tegen 's vijands overzeesche aanvoerlijnen. Het op
die wijze bereikte succes had inderdaad tot resultaat, dat ook voor
de Geallieerden de toestand kritiek is geweest. Het verlies aan
scheepsruimte, als gevolg van de ingezette duikbootactie, steeg
vooral in 1917 onrustbarend.
In 1915 bedroegen de verliezen aan handelsschepen 1.726.000 tonnen.
„1916 2 799.000
1917 6.100.000
„1918 3.230.000
Voor een juiste waardeering van deze cijfers kan dienen, dat
de Engelsche handelsvloot in 1914 ongeveer 20.000.000 tonnen
omvatte.
1027