van verbindingen daarlangs in verband met de dan allerwege gestegen behoeften niet voldoende aanvulling van de eigen tekorten kan worden verkregen. Het luchtwapen als factor in den totalen oorlog. Nog gedurende de eerste jaren van den wereldoorlog bepaalde het operatiegebied van de landstrijdkrachten zich in het algemeen tot een ondiepe strook, waarvan de lengte afhankelijk was van de beschikbare troepenmachten en de diepte als regel niet veel meer bedroeg dan de draagwijdte van de zwaarste artillerie. Door de ontwikkeling van het luchtwapen werd deze toestand nog tijdens den wereldoorlog volkomen gewijzigd. Met de stijging van de reikwijdte van het luchtwapen en de ontwikkeling van de techniek van het bommenwerpen, is de beteekenis van dit nieuwe oorlogswapen gestadig gegroeid en is het mogelijk en doel treffend gebleken daaraan een rol toe te bedeelen, die het karakter van den landoorlog volkomen heeft gewijzigd. Het operatiegebied te land is thans niet langer aan evengenoemde grenzen gebonden bij den huidigen stand van de techniek moet rekening worden gehouden met een optreden van den bommenwerper tot 1000 km achter de frontlijn der strijdende troepen, terwijl daarnaast door uitrusting der oorlogsvloten met vliegtuigmoederschepen deze thans in staat zijn ver landinwaarts hun kracht te doen gevoelen. Het is duidelijk, dat met den groei van de beteekenis van het achterland als element voor de waardebepaling van de militaire weerkracht van een land, aan deze wijze van gebruik van het luchtwapen groote waarde moet worden toegekend. In het achter land bevinden zich steeds een groot aantal objecten van zoodanigen aard, dat zij uit zuiver militair oogpunt bezien de risico van den inzet daartegen van den bommenwerper ten volle motiveeren. Als objecten van directe militaire beteekenis kunnen worden genoemd militaire luchtvaartetablissementen, landingsterreinen, marine werven, militaire magazijnen, troependepots, munitie- en wapen fabrieken, spoorwegstations en -knooppunten en belangrijke bruggen. Daarnaast zijn evenwel nog vele objecten aan te wijzen, waarvan de vernieling hoewel zij slechts indirecte militaire waarde hebben, onmiddellijk of op den duur verlammend zal kunnen werken op den wil of het vermogen den oorlog voort te zetten. Van deze categorie van luchtoorlogsdoelen noemen wij regeeringsgebouwen, electrische krachtbronnen, gasfabrieken, centrales voor drinkwatervoorziening, telegraaf- en telefooncentrales, mijnbedrijven, 1030

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 80