1040 worden gevormd door soldaten van de veldtroepen met ten minste 5 jaar dienst. Hun taak is geheel politioneel. Het Eur.kader daarvan is bovendien belast met de opleiding van de gewestelijke Europ. vrijwilligerskorpsen. Er zijn centrale scholen voor specialistenopleiding en voor ambachts- onderwijs. In beginsel leert ieder soldaat een ambacht. Hoewel onder militaire leiding geplaatst blijvende, heeft ieder gewestelijk bestuurshoofd de beschikking over een bat.pol.tpn. Het bat. heeft zooveel cien. als het gewest districten telt. De cien. bestaan uit detn. van verschil lende sterkte, welke in verschillende plaatsen zijn gelegerd. Op de hoofd plaats van een district zijn drie pelotons (151 man) gelegerd, één onder bevel van een luit., de beide anderen onder een onderofficier, zij dienen als reserve voor de verspreide politiedetn. Voor handhaving of herstel van de orde wordt in de eerste plaats een beroep gedaan op deze pelotons, die steeds op volledige sterkte worden gehouden. Een peloton treedt in zijn geheel op. Indien deze troepen niet voldoende zijn, kunnen de hoofden van het gewest over de veldtroepen, gelegerd in hun ressort, beschikken. Zoo noodig heeft iedere territoriale gezaghebbende het recht te beschikken over de veldtroepen, welke in zijn gebied geplaatst zijn. Tk. Artillerie. Luchtdoelartïllerie. Volgens L.W. April staat de Fr. ld.art. in het operatiegebied in oorlogstijd onder den Min. van Oorlog, die in het achterland onder den Min. van Lucht vaart. In vredestijd daarentegen ressorteert de geheele ld.art. onder het leger „daar het in de eerste plaats art. is". Gnl. Féquant, chef staf luchtvaart, zou de geheele ld.art. onder den Min. van Luchtvaart willen brengen. Een dergelijke toestand bestaat reeds in D., zooals mj. Piekert in Die Flakartillerie im Rahmen der deutschen Luftwaffe (L.W. Juni) vermeldt, op grond van de oorlogservaring, dat de middelen voor lu.av. en lu.vdd. onder eenhoofdige leiding dienen te staan. Voorts blijkt, dat de D. ld.art. bestaat uit zw.- en It.afdn., welke z.n. in regn. worden samengevoegd. De lt.afd. telt 3 bijn. a 12 stun, van 2 cm, de zw.afd. 3 bijn. a 4 stun, van 8,8 cm, 1 bij. a 6 stun, van 3,7 cm en 1 bij. a 9 zln. van 150 cm; alle eenheden zijn gemotoriseerd. Blijkbaar vuren de 2 en 3,7 cm normaal niet met dir.ri. M.b.t. de lu.vdd. van het achterland merkt S. op, dat wie alles dekt, niets dekt. Aan het front ligt de hoofdtaak in het bestrijden van wg.vlgn.; daarop volgt de afweer van lu.avn. „Die Erhaltung der Kampfkraft des Heeres wird in einem modernen Krieg ganz wesentlich von der Wirksam- keit der Flakart. abhangen". Volgens Mav. April, zou elke inf.- en cav.div. over 1 zw.afd., het L.K. over 1 reg. a 2 zw.afdn. beschikken, terwijl ook nog 10,5 cm gs. aanwezig zou zijn. Verhandelingen over materieel treft men aan in L.W. Juni, Mittelkalibrige Flugabwehrwaffen (beschrijving van de belangrijkste vertegenwoordigers van de groepen 13—15 mm, 2025 mm en 3740 mm), Lu.M. Nov. '36 Mei '37, luit. Feitsma, Het moderne materieel der Ned. ld.art., en in de rubriek gegevens van het Mei nr. van dit blad Licht automatisch luchtdoelgeschut (beschrijving van de 37 mm Solothurn, 40 mm Bofors en 40 mm Vickers Armstrong benevens van de bij het lt.aut.gs. te bezigen vuurleidingstoe stellen van gnl. Schuurman, Hazemeijer en Vickers alsmede het meet instrument Gamma) L. W. April geeft ten slotte een overzicht van het in verschillende rijken aanwezige materieel. M. W. 43 behandelt een in de Riv. di Artiglieria e Genio verschenen artikel over Het Kaliber van het Id.gs. De S. daarvan acht voor het achter land het volgende noodig: gs. van 10 cm, lt.aut.gs. van 37-40 mm (100 a 120 schn./mt.) en mitm. van 20 mm (200 schn./mt.)Het gs. van 7,5 a 8,8 cm is uit dit schema dus geheel verdwenen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 90