1041
Het artikel Fla.M.G. in der Heimatluftverteidigung Frankreichs (Lutz
Hübner in L.W. Juli) vermeldt het e.e.a. over de org. van de met reser
visten bemande eenheden voor de lu.vdd. in het achterland, welke zijn
bewapend met de Hotchkiss van 13,2 mm, in vaste ostl. met tweeling-,
mobiel op rupsbandaun. met vierlingaffuit.
In C. A. J. Mei/Juni bespreekt mj. Taliaferro in Antiaircraftmachine
gunnery het richtprobleem van de Id.mitrn., meer in het bijzonder bij het
gebruik van lichtspoormu., welke bij een kal. van 12.7, resp. 7.7 mm, weliswaar
brandt tot op 1850 resp. 1000 yards, doch boven 1000, resp. 600 yards, een
van de volle mu. afwijkende baan heeft. Luit. Corbin merkt in hetzelfde
nr. in Antiaircraft Record Station op, dat de practijk heeft aangetoond,
dat het oog niet betrouwbaar is voor de wg. van schoten weshalve thans
in Am. is overgegaan tot invoering van een theodoliet-camera. Het artikel
geeft hiervan een beschrijving alsmede van de met dit instrument uitge
ruste „section".
Uit Les moyens d'action et les possibilités actuelles de la D.C.T.A. in
B.M. van 257 halen wij de opmerking aan van kap. Lambert dat voor
lu.vdd. per 10 X 10 km 2 vuurmonden voldoende zijn, op grond van welke
aanname België zou dienen te beschikken over 300 vuurmonden, echter
te vermeerderen met niet in cijfers uitgedrukte aantallen stun, van 40 mm
en zin.
L.W. Juli bevat onder den titel Russische Anweisung für den Schein-
werferdienst een belangwekkend uittreksel uit een boek. Volgens R. opvat
tingen bestaat de kleinste eenheid, de sie., uit 3 of 4 zin. waarvan 1 of 2
voorzien van een luistertoestel. Een enkele maal zal men bij de vdd. van
een klein object met 1 sie. moeten volstaan, doch voor behoorlijke vdd.
dient men te beschikken over de kleinste tactische eenheid, de cie. a 3
sien. In bijzondere gevallen, nml. wanneer de afstanden tusschen gpn. van
eenige cien. te groot worden, plaatst men in de tusschenruimten enkele
sien. op overeenkomstige wijze kunnen binnen de cie. enkele „tusschenzln"
worden opgesteld. De zin. staan onder de bevelen van den cdt. der lu.vdd.
mem rekent op 1 cie. per afd. art. of 1 sie. per bij. treedt de ld.art. niet
op in een lu.vdd.systeem bv. bij de beveiliging van colonnes en strijdende
tpn. dan staan de zin. onder de bvn. van de ld.art.cdtn.
De volgende eischen stelt S. aan het mat.„dracht" 4,5 7 km 'hor./vert.
bereik 360°/90° hoeksnelheid 5°-6°/sec. (hierdoor kan een op 600 m
hoogte met een snelheid van 190-225 km/u vliegend dl. nog worden gevolgd)
snelheid voor verplaatsing van mob. zin. langs den weg minstens 15 km/u.
Een korte beschrijving volgt van het R. mob. zl. van 150 cm. Vervoer op
twee 1% t. terreinauto's, één voor het eigenlijke zl., één voor het toebehooren;
snelheid langs den weg 25 km/u. Zl. toebehooren worden door 2 3
man in 10' opgesteld gereedmaken voor vervoer eischt 20'. Het bijbehoorende
luistertoestel wordt door 6 man in 5' gereed gemaakt voor gebruik of
afmarsch. Vervoer op zelfde autotype als het zl. De reikwijdte van het
toestel bedraagt 4,5 12 km, het hor./vert. bereik 360°/ 5° tot 90° de
nauwkeurigheid van peiling is 2°-3°. Samenwerkende met ld.art. moeten
minstens 2 en hoogstens 4 zin. het dl. verlichten gedurende 2' om voldoende
gelegenheid te geven tot richten. Uit dezen tijd is i.v.m. de vliegsnelheden
de verlichtingsdiepte te bepalen op grond van vorenstaanden eisch bedraagt
die diepte bij de geringe vliegsnelheid van 180 km/u reeds 6 km.
Omtrent den inzet van met ld.art. samenwerkende zin. wordt het volgende
vermeld. Bij de vdd. van kleine objecten bestaan 2 methoden gelijkmatige
belichting (schets I) en toenemende belichting naarmate de afstand tot het
object afneemt (schets II). Moeten groote objecten worden beschermd, dan
schuive men in de waarschijnlijke aanvliegrichtingen tot op 75 a 100 km
afstand zin. uit welke, indien zoowel vlgn. als art. aan de vdd. deel
nemen, een strook van 10 a 12 X 8 km moeten kunnen verlichten
(zijn alleen vlgn. beschikbaar, dan dient de opp. dier strook 24 X