1045 In het schema I is het bevel over de luchtstrijdkrachten bestemd voor het voeren van den operatieven luchtoorlog gescheiden van het bevel over de luchtstrijdkrachten bestemd voor de luchtvdd. van het achterland en van het bevel over de jachtafdeelingen bestemd voor de luchtvdd. ten behoeve van het strijdende leger. De cdt. van de luchtvdd. moet met het optreden van de drie onderdeelen in onderling verband regelen terwijl elk onderdeel zoodanig is georganiseerd, dat het zijn taak met eigen middelen j j verrichten. Volgens schema II hebben de commandanten van de lucht- vdd.kringen zoowel de middelen ter beschikking voor het voeren van den operatieven luchtoorlog als die bestemd voor de plaatselijke luchtvdd. Volgens S is men eigenlijk nergens nog tot een definitieve oplossing gekomen behandeld6 1'U-Str'krn' te dln. worden achtereenvolgens a. de dln. in den operatieven luchtoorlog b. de dln. voor de vlgn., welke samenwerken met leger en vloot c. de verhouding tusschen leger, marine en lu.str.krn. ad a S vangt aan met te wijzen op het verschil in de opvatting van bekende Fransche schrijvers zooals de Rougeron en Gnl. Armengaud en de algemeen in Rusland heerschende opvatting. Eerstgenoemden noemen als, voornaamste dln. de vij. militaire krachtbronnen (mobiliesatiecentra, voorraden, oorlogsindustrie) terwijl de Russische opvatting in het kort als volgt is samen te vatten„Indien de vij. regeering politiek zwak staat en het moreel van de bevolking niet hoog is zijn bomaanvallen op het vij achterland en de burgerbevolking zeer aan te bevelen. Is het moreel van en vij. echter hoog en is de bevoking regeeringstrouw dan moet de ver nietiging van de vij. strijdkrachten het eerste doel zijn." Vervolgens neemt S den strijd tegen de vij. lu.str.krn. in beschouwing. Hieromtrent heerscht ook nog veel verschil van meening. Den laatsten tijd wint echter de opvatting meer en meer veld, dat de eerste aanvalsdoelen van den luchtoorlog de militaire krachtbronnen van den vij. zijn terwijl de lu.str.krn. alleen dan moeten worden bestreden wanneer deze de uitvoe ring van de eerstgenoemde taak in gevaar brengen. De strijd tegen de vij krachtbronnen geschiedt verder onafhankelijk van de operatiën der grond troepen terwijl bij den strijd tegen de vij. lu.str.krn. eerst die deelen moeten worden 'bestreden, waarvan onmiddellijke inwerking op den strijd op den grond is te verwachten. ad b Men is het er nagenoeg algemeen over eens, dat de grondtroepen over vk.vlgn. moeten beschikken. T.a.v. de indeeling van de jagers verschilt men echter nog van meening. Volgens het in den aanvang vermelde s erna JaSers> welke moeten samenwerken met het leger onder een afzonderlijken cdt. gesteld, die weliswaar op samenwerking met de grondtroepen is aangewezen doch verder onder rechtstreeksch bevel blijft van den opperbevelhebber. Een andere oplossing is, dat aan de legers van nuis uit jachtafdeelingen ter beschikking worden gesteld. T.a.v. het gebruik van bommenwerpers ten behoeve van de grondtpn. komt men er meer en meer van terug deze te beschouwen als een ver enging van de art. tegen tactische dln. Ook deze bommenwerpers moeten worden ingezet tegen operatieve dln. zooals mobilisatiecentra van de voorste vij. legeronderdeelen, verzamelde divisies in 2e en 3e lijn, munitieopslag plaatsen, vliegvelden m het operatiegebied van het betrokken onderdeel enz. °du C"j Y01^!15 S wordt de verhouding tusschen de verschillende weer- machtsdeelen het best getypeerd door de volgende uitspraak van gnl Armengaud „Het luchtleger is het beslissende oorlogsinstrument. Land- en zeestrijd- brachten zullen in de eerste plaats den opperbevelhebber het bezit moeten

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 95