held bereikt. Totdat over enkele maanden weder een nieuwe bespreking noodig blijkt te zijn En wat er nu alles besproken is Ja, daarvan hoort men niets, juist als vóór 1914. Het valt echter niet moeilijk te raden, wat er al zoo behandeld is; daarvoor heeft de Duce wel weer gezorgd door zijn aan niemand in het bijzonder gerichte waarschuwing, dat elke poging tot verzwakking van de a.s. Rome—Berlijn door het paaien van Duitschland met beloften inzake zijn koloniale eischen toch tot niets zou lelden. Intusschen was deze uitlating voor Londen voldoende om een voorgeno men Engelsch Italiaansche bespreking voorloopig en tot betere tyden uit te stellen Doch niet alleen Engéland maar ook Frankrijk heeft de Duce weer eens tegen zich in het harnas gejaagd door een verre van aangename beschuldiging aan het adres van een Franschen minister. Zoo worden de verhoudingen rondom de Middellandsche Zee er nog steeds met beter op, ook al niet, doordat de as Berlijn Rome thans doorgetrokken is tot Tokyo door de aansluiting van Italië bij het antidrominternpact en de a.s. erken ning van de wederzijdsche protectiestaten van gnl. Franco en keizer Poe Ji. Ook in Midden- en Oost Europa is men ongerustwat zal eenverbeterde verhouding tussdhen Engeland en Frankrijk eenerzijds en Duitschland anderzijds opleveren voor Danzig, Polen, Tsjechoslowakije, de Kleine Entente en Oostenrijk De toenemende vriendschap tusschen Berlijn en Boedapest trok mede reeds de aandacht en verwekte bereids ongerustheid in Boekarest, waar men, evenals in de hoofdsteden van de andere buurstaten van Rusland, evenmin verre van gerust is over de aangekondigde wijziging van de Sowjet (lees komintern) politiek, die voornemens zou zijn meer aandacht te besteden aan haar onmiddellijke huurlieden. Zoo is het een tasten en zoeken in Europa waarbij wat Engeland betreft duidelijk de bedoeling voor zit, de handen tenminste in dat werelddeel vrij te krijgen. Maar daarmede is de Britsche leeuw er nog met; Palestina vraagt nog een belangrijk deel van zijn waakzaamheid en hetgeen zich daar afspeelt, schijnt wel steeds grootere afmetingen te zullen aannemen. Duide lijk is zulks gebleken uit de gebeurtenissen in Transjordame en Irak terwijl mogen wij de -berichten gelooven thans ook in Saoedie stemmen opgaan tegen het Engelsche beleid in het Heilige Land. Dit is een kwalijk ding nu de samenwerking tusschen de Mohammedaansche staten met den dag toeneemt. Betreft dit alles internationale verhoudingen, ook de nationale lieten in menig land te wenschen over: kabinetscrises in België als gevolg van financieele schandalen, in Polen en Roemenie, waar een groeiende ontstem ming tegen de in feite reeds jaren bestaande dictatuur valt waar te nemen, een nat. soc. samenzwering in Oostenrijk, -de ontdekking van arsenalen van niet geringe afmetingen in Frankrijk en tenslotte een staatsgreep m Brazilië, welke ook van dit land een dictatoriaal bestuurde mogendheid schijnt te zullen maken, zijn eenige gebeurtenissen, welke November opleverde. De strijd in China stond intusschen niet stil. Omtrent het verloop van de gebeurtenissen kunnen wij vrij kort zijn, ten deele noodgedwongen, daar omtrent de toestand op verschillende der gevechtsvelden uit de beschik bare gegevens geen helder beeld kan worden verkregen. Vast staat, dat de Japanners in Sjantoeng tegenover Tsinan de Gele Rivier nog niet zijn overgetrokken meer naar het W., in Honan, zouden zij zich nog op een 200 km van dien stroom bevinden. De toestand in Sjansi is geheel onduidelijk men mag echter wel aannemen, dat de Japan ners na de verovering van Taiyoean nog niet ver naar het Z. zijn opgerukt. De algemeene indruk is, dat men er voorloopig op uit is, de verworven gebieden te zuiveren van de o-p de verbindingen nog steeds optredende Chineesche eenheden berichten omtrent de bestrijding aan het banditisme bevestigen dit vermoeden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 101