W eldadiiihetöszeqeïs Decemberverkrijgbar 1156 Het frontale optreden bij Sjanghai had aanvankelijk slechts een gelei delijk terugdringen der Chineezen ten gevolge. Deze ordelijk en regelmatig verloopende terugtocht schijnt echter min of meer in een vlucht te zijn ontaard, nadat de Japanners zoowel in het N. (bij Hoepoekau) als in het Z. (bij Tsjapoe) nieuwe troepen aan land hadden gezet, welke landingen blijkbaar niet op zoo heftigen tegenstand zijn gestuit als die in de eerste phase van den strijd om Sjanghai bij Woesoeng. Werd in dit geval aan de tegenactie deelgenomen door de Chineesche luchtstrijdkrachten, thans zijn deze niet genoemd, hetgeen ook geen verwondering 'behoeft te wekken na de maandenlange luchtbombardementen door de Japansche luchtvloot die zich, behalve op de vliegkampschepen, tevens baseerde op terreinen, welke op voor de kust gelegen eilanden werden aangelegd (tegenover Sjanghai o.a. op het Tsoenming eiland). Intusschen is de situatie door de tegenstrij dige berichtgeving slechts in zooverre duidelijk, dat de partijen thans (30 November) tegenover elkaar schijnen te staan in de lijn Kiangyin Woesih W. oever van het Groote Meer Woehing Haiyen aan de Hangtsjau- baai, d.i. in het N. en het centrum ongeveer halverwege Sjanghai en Nanking, welke laatste plaats bereids door de regeering is verlaten, hetgeen er wel op wijst, dat de verovering van de Chineesche hoofdstad tot de naaste mogelijkheden is gaan behooren. Dat het behalen aan deze successen van de Japanners een niet geringe inspanning vereischt, staat wel vast insiders schatten de sterkte van de thans onder de wapenen zijnde troepen op ongeveer 1 miljoen man van wie 700.000 in Mantsjoekwo en China, terwijl de rest buiten deze gebieden wordt gereed gehouden m.h.o. op mogelijke verdere gebeurtelijkheden. Sch.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1937 | | pagina 102